Prendre (nemen) en delend lidwoord

Ça va aujourd'hui?
A
ça va.
B
ça va bien!
C
bof, ça va..
D
ça va mal
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ça va aujourd'hui?
A
ça va.
B
ça va bien!
C
bof, ça va..
D
ça va mal

Slide 1 - Quizvraag

Grammaire
Le verbe prendre (nemen) 

Slide 2 - Tekstslide

Nous
Vous
Ils 
Elles vont 
prenons
prenez
prennent
prendre

Slide 3 - Sleepvraag

(prendre) Madame, vous.... du thé?
A
prendez
B
prendons
C
prendre
D
prenez

Slide 4 - Quizvraag

(prendre) On ne ..... pas de dessert?
A
prends
B
prenons
C
prend
D
pris

Slide 5 - Quizvraag

(prendre) Mes amis ne ..... pas d'entrée
A
prenons
B
prennent
C
prendre
D
prends

Slide 6 - Quizvraag

Even luisteren ...
Wat wil dit liedje duidelijk maken aan kinderen?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De boodschap van het liedje is;
A
ontbijten is belangrijk
B
ontbijten doe je vooral in het weekend
C
ontbijt kun je overslaan
D
bij het ontbijt hoort fruit

Slide 9 - Quizvraag

Wat wordt gezegd over croissants?
A
die eet je elke dag
B
die zijn ongezond
C
die eet je alleen op zondag
D
die moet je niet eten

Slide 10 - Quizvraag

Elle adore ..... chocolat
A
du
B
de la
C
de
D
le

Slide 11 - Quizvraag

Je prends 2 paquets....biscuits
A
de
B
de l'
C
d'
D
des

Slide 12 - Quizvraag

Tu aimes .....choux de Bruxelles?!
A
les
B
d'
C
des
D
de la

Slide 13 - Quizvraag

Elle mange trop ... bonbons
A
des
B
de la
C
de
D
d'

Slide 14 - Quizvraag