Week 10 les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

week 10 

Ga naar lessonUp.app

Neem je werkboek B voor je

Houd een pen en je agenda bij de hand

camera's aan, svp

Les objectifs

• Tu peux faire des phrases avec COI en COD

Programme d'aujourd'hui 

• Quiz: Réviser Grammaire C 
• Correction + contrôle de devoirs: Grammaire C  ex. 37b/c
  
• Grammaire C Ex. 37d, 38, 39
  

Wat is in het Nederlands een COI?

1. lijdend voorwerp
2. meewerkend voorwerp
3. onderwerp

Wat is het Nederlands een COD?

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp

waar in de franse zin staat het COD en COI als er een heel werkwoord in de zin staat?

1. voor
2. achter

hoe herken je een meewerkend voorwerp in een franse zin?

1. aan de voorzetsels à/au/aux
2. door de zin vragend te maken

Waar staat de COI/COD in de zin als geen heel werkwoord staat?

1. voor de persoonvorm
2. achter de persoonsvorm

Correction/contrôle de devoirs

• Grammaire C Ex. 37b+c 
• Tu donnes la réponse quand on a choisi ton nom 

Au travail!

Ensemble: Ex. 38a + 39

Individuelle: Ex. 37b/c

Pas fini? Gaat mee als huiswerk

Les devoirs 

Finir: Ex. 38a+39 (jeudi)

Apprendre:  Grammaire C blz.33