Is er een gebeurtenis op jouw tijdlijn waar je meer over wilt vertellen?
Ja
Nee
Slide 9 - Poll
Maken in het werkboek
Maak opdracht 5 en 6
Slide 10 - Tekstslide
Les 2
Slide 11 - Tekstslide
Emoties
Lees blz. 6
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Welke emoties zag je voorbij komen?
Slide 14 - Open vraag
De superkrachten van de 4 B'
Blijheid spoort je aan om iets te blijven doen
Boosheid motiveert je om dingen te veranderen waar je het niet mee eens bent
Bangheid vertelt je dat je moet oppassen en voorzichtig moet zijn
Bedroefdheid helpt je met het verwerken van teleurstellingen.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe voel jij je in de klas?
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Poll
Maken in het werkboek
Maak opdracht 7, 8 en 9.
Slide 17 - Tekstslide
Wat maakt jou heel erg blij?
Slide 18 - Woordweb
Wanneer heb je voor het laatst gehuild?
Slide 19 - Woordweb
Maken in het werkboek
Opdracht 10
Slide 20 - Tekstslide
Taalverzorging Nederlands
je kunt uitleggen wat een mededelende zin, een vragende zin, een uitroepende zin en een bevelende zin is
je kunt uitleggen wat het verschil is tussen deze 4 soorten zinnen
je weet welk leesteken bij welke soort zin hoort
Slide 21 - Tekstslide
4 soorten zinnen
mededelende zinnen
vragende zinnen
uitroepende zinnen
bevelende zinnen
Slide 22 - Tekstslide
Taalverzorging Nederlands
soorten zinnen en leestekens
mededelende zin: Ik heb een jetlag.
vragende zin: Mag ik naar de wc?
uitroepende zin: Wat een feest!
bevelende zin: Kom hier!
Slide 23 - Tekstslide
Mededelende zin
Ik zit in de klas.
Slide 24 - Tekstslide
Vragende zin
Mag ik naar de wc?
Slide 25 - Tekstslide
Uitroepende zin
Wat een feest!
Slide 26 - Tekstslide
Bevelende zin
Kom hier!
Slide 27 - Tekstslide
Leestekens
teken een punt
teken een vraagteken
teken een uitroepteken
Een punt, een vraagteken en een uitroepteken noemen we leestekens. We gebruiken leestekens om een tekst makkelijker te kunnen lezen. Leestekens zijn belangrijk om zinnen goed uit te spreken.
Zonder hoofdletters en punten is een tekst moeilijk lezen.