Zakelijke e-mail: Les 3

Zakelijke e-mail schrijven
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen!
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblikken op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken!
Zakelijke e-mail vs persoonlijke e-mail


Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Ik ken de verschillen en overeenkomsten tussen een zakelijke en een persoonlijke e-mail.

Slide 4 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand............

Slide 5 - Open vraag

Mijn naam is Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail, omdat ik een vraag heb over een telefoon.

Deze tekst hoort bij de .......
A
Kern
B
Inleiding
C
Slot

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoel

Ik ken de regels die horen bij het schrijven van een zakelijke e-mail en kan deze regels ook toepassen.


Slide 7 - Tekstslide

Hoe zat het nog maar met de indeling van een zakelijke e-mail?
Aan: e-mail adres van de geadresseerde ( degene die de e- mail moet ontvangen.)

Onderwerp: Hier vul je kort in waar de mail over gaat.

Aanhef: Geachte heer/ mevrouw, of Geachte mevrouw Teller, 

Inleiding: Mijn naam is. Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail, omdat.........

Kern: Je vertelt waar het ech om gaat.

Slot: Je vertelt wat je van de ontvanger verwacht. ( Ik hoop......

Slotformule: Met vriendelijke groet, Hoogachtend, 

Je voor- en achternaam: Samantha de Rade

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdletters, komma's en punten.

Hoofdletter:
  • Het eerste woord van een zin begint met een hoofdletter.
  • Namen: aardrijkskundige namen, namen van bedrijven, namen van volkeren.
  • Aanhef en adressen
  • Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen ( zonder puntjes)

Komma:
  • In een opsomming
  • Na een aanhef
  • Na een slotgroet

Punt:
Aan het einde van een zin.

Slide 9 - Tekstslide

Taalgebruik  zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent?
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. 

U,
Mevrouw Kasan,  ( Dus geen je en jij!)

Dit noem je formeel taalgebruik

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk:
Oefenopdracht bij een zakelijke e-mail

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Ik ken de regels die horen bij het schrijven van een zakelijke e-mail en kan deze regels ook toepassen.

Slide 12 - Tekstslide