Zakelijke brief: Les 2

Zakelijke brief schrijven
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen!
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblikken op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken!

We gaan de volgorde van het knipblad samen even bijlangs.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Ik weet wat het doel kan zijn van een zakelijke brief en voor wie het bedoeld is.

Ik weet welke conventies er horen bij een zakelijke brief.

Slide 4 - Tekstslide

Een zakelijke brief schrijf je aan iemand............

Slide 5 - Open vraag

Mijn naam is Samantha de Rade. Ik schrijf u deze brief, omdat ik een vraag heb over een telefoon.

Deze tekst hoort bij de .......
A
Kern
B
Inleiding
C
Slot

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoel
Ik weet wanneer en waar ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zat het nog maar met de indeling van een zakelijke brief?

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdletters, komma's en punten.

Hoofdletter:
  • Het eerste woord van een zin begint met een hoofdletter.
  • Namen: aardrijkskundige namen, namen van bedrijven, namen van volkeren.
  • Aanhef en adressen
  • Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen ( zonder puntjes)

Komma:
  • In een opsomming
  • Na een aanhef
  • Na een slotgroet

Punt:
Aan het einde van een zin.
( Meer op het kopieerblad)

Slide 9 - Tekstslide

Taalgebruik  zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent?
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. 

U,
Mevrouw Kasan,  ( Dus geen je en jij!)

Dit noem je formeel taalgebruik

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Ik weet wanneer en waar ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide