present simple continuous present perfect continuous


Present Simple
Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Present Simple
Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 1 - Quizvraag

Present simple:
Wat is de regel van de present simple?
A
SHITY-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 2 - Quizvraag

Present perfect:

Wat is de regel van de present perfect?
A
hele werkwoord + -ed. (worked)
B
shit rule= hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele werkwoord + -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (helped, found)

Slide 3 - Quizvraag


Present perfect
Wanneer gebruik je de Present perfect?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 4 - Quizvraag


Present Continuous
Wanneer gebruik je de Present Continuous?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 5 - Quizvraag

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De present perfect continuous gebruik je.....
A
bij acties die NU bezig zijn
B
wanneer iets al een tijd bezig is en je wil de tijdsduur benadrukken
C
om irritatie uit te drukken als iets lang duurt/telkens opnieuw gebeurt
D
als iets in het verleden is gebeurd, maar je hebt nu resultaat

Slide 10 - Quizvraag

Which is the present perfect continuous?
A
Lisa has been reading since 9 AM.
B
Lisa has read that book.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe maak je de Present Perfect Continuous?
A
have/has+ voltooid deelwoord
B
have/has + been + werkwoord+ing
C
werkwoord + ing
D
werkwoord + ed

Slide 12 - Quizvraag

Present Perfect Continuous
They_______(drive) for 3 hours now.

Slide 13 - Open vraag

Vul in deze zin de present perfect continuous in:
I _____ (to wait) for ages!

Slide 14 - Open vraag

Choose the present perfect continuous form.
A
We are playing tennis.
B
We have played tennis.
C
We were playing tennis two hours ago.
D
We have been playing tennis.

Slide 15 - Quizvraag

Maak een vraag in de present perfect continuous met het werkwoord live

Slide 16 - Open vraag