In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt omschrijven wat een column is en je weet waar je deze kunt aantreffen.
Je kunt minimaal vijf kenmerken noemen van een column.
Je kunt een column beoordelen.
Slide 2 - Tekstslide
Theorie in je boek:
Een bouwplan maken: hoofdstuk 2 (blz. 50)
Een overtuigende tekst schijven: hoofdstuk 4 (blz. 114)
Een beoordeling schrijven: hoofdstuk 5 (blz. 146)
Publiekgericht schrijven: hoofdstuk 6 (blz. 178)
In Nieuw Nederlands online vind je bij elk hoofdstuk een filmpje.
Slide 3 - Tekstslide
Onderwerpen project schrijven:
Theorie:
bouwplan maken
Informatieve tekst:
verslag of nieuwsartikel schrijven over sport, vakantie of een hobby
Overtuigende tekst:
betoog schrijven over wel of geen camera's in school
column schrijven over je docent Nederlands
Amuserende tekst:
fantasieverhaal (minimaal 2A4) of een gedicht (minimaal 20 regels)
Slide 4 - Tekstslide
Lees deze column
Slide 5 - Tekstslide
Column
Slide 6 - Tekstslide
Aan welke van de volgende kenmerken kun je een column herkennen?
Een column is kritisch met een humoristische ondertoon
Een column bevat de mening van de schrijver
Een column gaat over een herkenbaar onderwerp
Een column probeert de lezer te verrassen
Slide 7 - Tekstslide
Tekstsoort
Slide 8 - Tekstslide
A
Dit is een column, want er zit humor en overdrijving in.
B
Dit is geen column, want het stuk bevat alleen feiten
Slide 9 - Quizvraag
A
Dit is een column, want het gaat over een bekend probleem.
B
Dit is geen column, want het stuk bevat alleen feiten.
Slide 10 - Quizvraag
A
Dit is een column, want er zit humor en overdrijving in.
B
Dit is geen column, want het stuk bevat alleen feiten
Slide 11 - Quizvraag
A
Dit is een column, want het gaat over een bekend probleem.
B
Dit is geen column, want het stuk bevat alleen feiten.
Slide 12 - Quizvraag
Terug naar Bart en zijn muizen
Is de column persoonlijk?
Bevat de column de mening van de schrijver?
Gaat de column over een herkenbaar probleem?
Is de column kritisch?
Is de column verrassend?
Bevat de column humor?
Zet de column je aan het denken?
Slide 13 - Tekstslide
Stel jezelf tijdens het schrijven
de volgende vragen.
Is de column persoonlijk?
Bevat de column de mening van de schrijver?
Gaat de column over een herkenbaar probleem?
Is de column kritisch?
Is de column verrassend?
Bevat de column humor?
Zet de column je aan het denken?
Slide 14 - Tekstslide
Structuur column:
Inleiding (1 alinea)
Spannende binnenkomer
Onderwerp noemen
Mening geven
Kern (2 of meer alinea's)
Argumenten bij de mening geven
Per argument een nieuwe alinea
Slot (1 alinea)
Afronden: goede uitsmijter / grapje en / of originele conclusie
Spannende binnenkomer
Heel belangrijk: de eerste zin! Tip: begin gewoon met schrijven en als je de eerste versie af hebt, kijk je of er ergens een goede eerste zin in je tekst staat. Verplaats dan de zin naar het begin van je column en pas de rest van je tekst een beetje aan.
Vergeet de humor niet!
Slide 15 - Tekstslide
Zijn er vragen?
Slide 16 - Tekstslide
Huiswerk,
Schrijf een column van minimaal 300 woorden:
over je docent Nederlands (je hebt er nogal wat gehad, dus je kiest er maar één)