BS 3.1 aanpassingen dieren en planten 3VZ

Planten en dieren

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Wie kauwen er het langst op hun eten?
A
Vleeseters
B
Planteneters
C
Alleseters

Slide 2 - Quizvraag

Heeft plantaardig voedsel wel of geen celwand?

Slide 3 - Open vraag


Wat voor cel zie je hier?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel

Slide 4 - Quizvraag


Wat voor kiezen zie je hier?
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 5 - Quizvraag

Welk type dier heeft het langste darmenstelsel?
A
Planteneter
B
Vleeseters
C
Alleseters

Slide 6 - Quizvraag

Welke stoffen heeft een plant nodig voor fotosynthese?
A
Koolstofdioxide & Glucose
B
Koolstofdioxide & Water
C
Zuurstof & Water
D
Zuurstof & Glucose

Slide 7 - Quizvraag

Fotosynthese

Slide 8 - Tekstslide

Fotosynthese

Slide 9 - Tekstslide

Ademhalen

Bij  insecten, vissen en planten.

Slide 10 - Tekstslide

Planten maken zuurstof
  • Planten ademen via huidmondjes.

  • Planten maken bij de fotosynthese zelf zuurstof.

  • Een klein deel van de zuurstof gebruiken ze bij de verbranding. De rest gaat door de huidmondjes naar buiten.

Slide 11 - Tekstslide

Insecten ademhalen
  • Insecten ademen via buizen: tracheeën.

  • De lucht gaat in en uit de tracheeën via stigma’s.

  • Insecten ademen in en uit door hun achterlijf groter en kleiner te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Vissen ademhalen
  • Vissen ademen met kieuwen.

  • Vissen halen met hun kieuwen zuurstof uit het water en geven er koolstofdioxide aan af.

  • In de kieuwplaatjes gaat zuurstof naar het bloed en koolstofdioxide naar het water.

Slide 13 - Tekstslide

Aanpassingen van dieren aan hun omgeving
Camouflage
Mimicry

Slide 14 - Sleepvraag

Aanpassingen van waterdieren
-Andere organen: kieuwen en vinnen
Staartvin om vooruit te kunnen zwemmen, overige vinnen zodat de vis rechtop blijft in het water.
-huidbedekking en vorm lichaam voor zo min mogelijk weerstand

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

poten van landdieren = aanpassingen

Slide 17 - Tekstslide

Allerlei soorten poten

Slide 18 - Tekstslide

Allerlei soorten snavels

Slide 19 - Tekstslide

Aanpassingen van planten

Slide 20 - Tekstslide

licht
Niet alle planten hebben evenveel licht nodig. Je hebt zonplanten en schaduwplanten.

schaduwplanten zullen vroeg in het voorjaar bloemen hebben, zonplanten juist wat later.

Slide 21 - Tekstslide

droogte
waterplanten

Slide 22 - Tekstslide