Les 10 - Samenvatting

Les 10 - Samenvatting
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 10 - Samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen §3.1
Zoet water: Water met maar weinig zout. Zoals drinkwater!
Zout water: Water met veel zout denk bijvoorbeeld aan zeewater.
Neerslag: De verschillende manieren waarom water terugvalt naar de aarde. Denk aan regen, hagel, sneeuw, etc.
Verdamping: Het proces waarin een vloeistof een gas wordt.
Infiltratie: Een proces waarmee water de bodem ingaat
Waterdamp: De staat van water als gas
Condensatie: Het proces waarbij iets van een. gas een vloeistof wordt
Waterkringloop: Het proces waarin water terugkomt naar de zee door verdamping, neerslag, en via grondwater en rivieren
Oppervlaktewater: zichtbaar water, zoals meren, rivieren en zeeën
Grondwater: Water wat niet zichtbaar is, omdat het is geïnfiltreerd in de bodem, waardoor het nu onder de grond is.
Gletsjer: Grote massa's ijs die bovenop een berg opstapelen en langzaam naar beneden glijden
Landijs: ijsmassa's op land


Slide 2 - Tekstslide

Toegankelijk water
  • dus maar 0,25% van al het water op aarde is makkelijk toegankelijk en drinkbaar voor ons
  • en laat dat nou het water zijn waar we de wc mee doortrekken

Slide 3 - Tekstslide

Waterstress
Water is op verschillende manieren oneerlijk verdeeld
  • Wereldwijd
  • per seizoen
  • per plek
Waterstress komt voor als meer water wordt gebruikt dan er op een plek is

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De korte waterkringloop!
Waterkringloop: Het proces waarin water terugkomt naar de zee door verdamping, neerslag, en via grondwater en rivieren

Slide 6 - Tekstslide

De lange waterkringloop!
Waterkringloop: Het proces waarin water terugkomt naar de zee door verdamping, neerslag, en via grondwater en rivieren

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen §3.2
Waterbalans: The amount of water that goes into and out of an area
Nuttige neerslag: Het verschil tussen neerslag en verdamping
Fossiel water: Heeeel oud water wat onder de grond zit
Aquifer: Waterhoudende laag onder de grond
Vernieuwbaar water: Een bron van water die zich even snel aanvult als dat hij leeg gaat
Niet-vernieuwbaar water: Een bron van water die zich niet even snel aanvult als dat hij leeg gaat Zoals de meeste aquifers.
Duurzaam waterbeheer: Voornamelijk vernieuwbare bronnen gebruiken om aan water te komen

Slide 8 - Tekstslide

Waterbalans
Waterbalans: De hoeveelheid water die een gebied in en uit komt

Slide 9 - Tekstslide

Water wat naar binnen komt
Drie manieren
  • Neerslag
  • Rivieren
  • Fossiel water: Heeeel oud water wat onder de grond zit

Slide 10 - Tekstslide

Water dat uit een gebied gaat
  • Verdamping
  • Uitstroom

Slide 11 - Tekstslide

Waterbalans interpreteren

Slide 12 - Tekstslide

Fossiel water
  • Fossiel water: Heeeel oud water wat onder de grond zit
  • Aquifer: Waterhoudende laag onder de grond

Slide 13 - Tekstslide

Duurzaam waterbeheer
Vernieuwbaar water: Een bron van water die zich even snel aanvult als dat hij leeg gaat

Niet-vernieuwbaar water: Een bron van water die zich niet even snel aanvult als dat hij leeg gaat Zoals de meeste aquifers.

Slide 14 - Tekstslide

Water wat naar binnen komt
Drie manieren
  • Neerslag
  • Rivieren
  • Fossiel water: Heeeel oud water wat onder de grond zit

Slide 15 - Tekstslide

Water wat een gebied uit gaat
  • Verdamping
  • Uitstroom

Slide 16 - Tekstslide

Duurzaam waterbeheer
  • ontziltingsinstallaties (zoet water maken van zout water)
  • Water uit de lucht halen

Slide 17 - Tekstslide

Duurzaam waterbeheer
  • Uitstroom verminderen met behulp van dammen
  • verdamping voorkomen door efficiënter te irrigeren
  • Planten genetisch modificeren, zodat ze minder water nodig hebben

Slide 18 - Tekstslide

Key words §3.3
Hurricane (Orkaan):A tropical storm with windspeeds over 200 km per hour.
Peak discharge (Piekafvoer): The max amount of water going trough a river after a rainstorm. If a flood happens this is the moment.
Soil subsidence (bodemdaling): Sinking of the ground.

Slide 19 - Tekstslide

Effect van overstromingen
  • Direct effect
  • Indirect effect

Slide 20 - Tekstslide

Effect van overstromingen
  • Direct effect
  • Indirect effect
Geen elektriciteit
Geen water uit de kraan
Verlies van infrastructuur
Geen nieuw eten in de supermarkt

Slide 21 - Tekstslide

Maatregelen tegen overstromingen
Korte termijn:
  • dijken, dammen en bufferbassins aanleggen;
  • het weer in het gehele stroomgebied in de gaten houden;
  • burgers voorlichten en trainen (bijvoorbeeld oefenen in evacuatie enz.);
  • drinkwater en voedsel veiligstellen na eventuele overstromingen.




Slide 22 - Tekstslide

Maatregelen tegen overstromingen
Lange termijn:
  • ruimte voor de rivier maken: de rivier niet langer opsluiten tussen dijken maar de rivier de overstromingsvlakten teruggeven (ook stroomopwaarts);
  • het versterkte broeikaseffect verminderen: zo voorkom je zeespiegelstijging en extremer weer;
  • een vestigingsbeleid waarbij mensen zo veel mogelijk geweerd of verplaatst worden uit risicogebieden.


Slide 23 - Tekstslide

Begrippen §3.3
Piekafvoer: Verhoogde afvoer van de rivier na een regenbui
Orkaan: Enorme storm met een windsnelheid van meer dan 200 km per uur.
Bodemdaling: Daling van het grondoppervlak.

Slide 24 - Tekstslide

Risico factoren
  • Rivier- en kustvlakten. Maar liefst 70 procent van de wereldbevolking woont langs rivieren of dicht bij de kust. Vaak bestaat in deze laaggelegen gebieden de dreiging van een overstroming.
  • Gebieden aan de voet van een gebergte met een rotsige ondergrond. Bij hevige regenval trekt hier bijna geen water in de bodem, waardoor al het water tegelijk in de rivier komt. De bedding van de rivier is vaak te klein om deze piekafvoer op te vangen.
  • Gebieden waar het afsmelten van de sneeuw samenvalt met hevige regenval in de zomer.
  • Gebieden waar tropische orkanen huishouden. Een tropische orkaan zorgt voor hevige regenval en blaast het water tegen de kust op, waardoor het veel hoger komt te staan.
  • Gebieden waar stroomopwaarts ontbossing plaatsvindt. Bij hevige regenval is er geen bos meer dat het water een tijdje als een spons vasthoudt. Daardoor stroomt het water meteen af naar de rivier.
  • Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen.
  • Gebieden met bodemdaling door het oppompen van grondwater.
  • In de eerste vier soorten gebieden is de natuur vooral de boosdoener. Bij de laatste drie is het vooral de mens die ervoor zorgt dat de overstromingskansen toenemen.




Slide 25 - Tekstslide

Piekafvoer
Het is dus het punt waarop de rivier de maximale hoeveelheid water afvoert na een bui.

Slide 26 - Tekstslide

Key words §3.4
Water stress:  Wat er gebeurt als de hoeveelheid, of beschikbaarheid van water in een gebied niet genoeg is om te voorzien in de behoeften van mensen in een gebied.
Fysiek watertekort: Als er gewoon niet genoeg water in een gebied is zonder schade te brengen aan een gebied
Economisch watertekort: Als er niet genoeg geld is in een gebied om infrastructuur, zoals pijpleidingen, aan te leggen om het water naar plekken te krijgen waar mensen het nodig hebben.
Wateroorlog: Een conflict veroorzaakt door water.

Slide 27 - Tekstslide

Economisch water tekort
Als er niet genoeg geld is in een gebied om infrastructuur, zoals pijpleidingen, aan te leggen om het water naar plekken te krijgen waar mensen het nodig hebben.


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Fysiek water tekort
Als er gewoon niet genoeg water in een gebied is

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Omgaan met weinig water
Drie opties:
  • Vasthouden wat je al hebt
  • Meer water maken
  • Minder water gebruiken

Slide 33 - Tekstslide

Hoe kunnen we omgaan met te veel water (de Nederlandse manier)
De driestapsstrategie
  • Vasthouden
  • Bergen
  • Afvoeren

Slide 34 - Tekstslide

Water vasthouden
  • De sponsachtige werking van de bodem gebruiken om water langer vast te houden op de plek waar het valt
  • Piekafvoer verlagen
  • De piek komt later
  • Geeft ook de plantjes water

Slide 35 - Tekstslide

Water bergen
  • Teveel aan water opslaan 
  • Water is dan geen deel meer van de piekafvoer na het is opgeslagen
  • Slaat water op voor een droge tijd

Slide 36 - Tekstslide

Water afvoeren
  • Snel en efficient van het water afkomen
  • Erg belangrijk voor het voorkomen van overstromingen
  • Verder niet zo veel andere voordelen

Slide 37 - Tekstslide

Wat is de overeenkomst tussen verstening van de stedelijke omgeving en ontbossing als we kijken naar overstromingen?

Slide 38 - Open vraag

Wat is het verschil tussen vasthouden en bergen in de drietrapsstrategie?

Slide 39 - Open vraag

In landen die veel gebruik maken van aquifers voor hun water is er vaak geen sprake van duurzaam waterbeheer. Leg aan de hand van het plaatje uit waarom dit komt, en in welk geval duurzaam waterbeheer wel mogelijk zijn met gebruik van aquifers.

Slide 40 - Open vraag