Les § 1.4 (2VMB) deel 2
1 / 40
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Hoe noemen we het deel van Nederland dat langs de kust ligt?
A
Hoog Nederland
B
Laag Nederland
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Dit deel van Nederland is het minst eentonig.
A
Hoog Nederland
B
Laag Nederland
Slide 7 - Quizvraag
Wat past niet bij Hoog Nederland?
A
afwisselend
B
reliëf
C
veel vakantieparken
D
veel weilanden en sloten
Slide 8 - Quizvraag
Rivieren hebben Nederland opgebouwd door
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie
Slide 9 - Quizvraag
Nederland ligt in de .......van enkele rivieren.
A
bovenloop
B
middenloop
C
benedenloop
Slide 10 - Quizvraag
Rivieren hebben in Nederland geen........gesedimenteerd.
A
grote keien
B
grind
C
zand
D
klei
Slide 11 - Quizvraag
In Nederland startte ......jaar geleden een ijstijd. (volgens de evolutietheorie)
A
20
B
2000
C
200.000
D
1000
Slide 12 - Quizvraag
Tijdens de ijstijd werd het.......deel van Nederland bedekt met ijs.
A
noordelijk
B
oostelijk
C
zuidelijk
D
westelijk
Slide 13 - Quizvraag
Het ijs in de ijstijd verschoof vanuit .....richting over Nederland.
A
noordelijk
B
oostelijke
C
zuidelijke
D
westelijke
Slide 14 - Quizvraag
Het ijs in de ijstijd nam ook .......mee naar Nederland.
A
dieren
B
mensen
C
planten
D
stenen
Slide 15 - Quizvraag
De stuwwallen in Midden Nederland zijn ontstaan door......
A
de rivieren
B
de wind
C
de zee
D
het ijs
Slide 16 - Quizvraag
De stuwwallen zijn op sommige plaatsen weggeschuurd door.....
A
de smeltwaterstroompjes
B
de wind
C
de zee
D
het ijs
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Na de ijstijd.......de temperatuur in Nederland.
A
daalde
B
steeg
Slide 28 - Quizvraag
Na de ijstijd .......de zeespiegel.
A
daalde
B
steeg
Slide 29 - Quizvraag
De meest geschikte plaats om te wonen in Nederland was....
A
Hoog Nederland
B
Laag Nederland
Slide 30 - Quizvraag
De eerste bewoners van Hoog Nederland waren....
A
Jagers & verzamelaars
B
Landbouwers
Slide 31 - Quizvraag
De zandgronden in Hoog Nederland bleken al snel.......
A
veel voedingsstoffen te bevatten
B
weinig voedingsstoffen te bevatten
Slide 32 - Quizvraag
De eerste vorm van bemesting in Hoog Nederland vond plaats middels.....
A
kunstmest
B
koeienmest
C
schapenmest
Slide 33 - Quizvraag
Goed of fout? De schapen die gehouden werden in Hoog Nederland graasden dag en nacht op de heide.
A
Goed
B
Fout
Slide 34 - Quizvraag
Tegenwoordig zijn schapen.......nodig voor de bemesting van Hoog Nederland.
A
niet perse meer
B
hard
Slide 35 - Quizvraag
Met het verdwijnen van de schapen.....
A
bleven de heidegebieden bestaan
B
konden de jonge boompjes ongehinderd groeien
Slide 36 - Quizvraag
Kenmerkend voor het landschap in Hoog-Nederland is dat het erg....
A
eentonig is
B
afwisselend is
