29-11-24

Module 2 - les 2
"Wie schrijft, die blijft"
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Module 2 - les 2
"Wie schrijft, die blijft"

Slide 1 - Tekstslide

Nodig voor deze les:
- Prentenboek om voor te lezen
- Prentenboeken voor studenten (signaalwoorden zoeken)
- Papier voor schrijfopdracht
Programma
Lezen & voorlezen prentenboek door docent
Planning
Theorie: samenhang aanbrengen in een tekst
Opdrachten:
    - Samen schrijven - geef je verhaal door
    - Herschrijf een sprookje naar het heden + uitwisselen/voordragen
Studiemeter: Starttaal Online 2F
  - Taalverzorging
    - Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Week
Week
Onderdeel
Les
47
18 - 22 november
1
48
25 - 29 november
2
49
2 - 6 december
3
50
9 - 13 december
4
51
16 - 20 december
5
52 en 01
23 december - 5 januari
Kerstvakantie
02
6 - 10 januari
6
03
13 - 17 januari
7
04
20 - 24 januari
Stageweek
05
27 - 31 januari
Bijzondere lesweek
30 januari 11.59u inleveren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning 4PW1E
Week
Week
Onderdeel
Les
47
18 - 22 november
Open dag
Les vervalt
48
25 - 29 november
1
49
2 - 6 december
2
50
9 - 13 december
3
51
16 - 20 december
4
52 en 01
23 december - 5 januari
Kerstvakantie
02
6 - 10 januari
5
03
13 - 17 januari
6 + 7
04
20 - 24 januari
Stageweek
05
27 - 31 januari
Bijzondere lesweek
30 januari 11.59u inleveren

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlezen door docent

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie: samenhang
De schrijver zorgt voor samenhang in een tekst, zodat je de tekst goed kunt volgen. Dit doet de schrijver door alinea's en zinnen met elkaar te verbinden met signaalzinnen en signaalwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalzinnen geven een aanwijzing voor wat er in een tekstdeel behandeld gaat worden. Signaalzinnen staan vaak in de inleiding of aan het begin van een alinea. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden verwijzen naar iets wat eerder in de tekst is genoemd of ze maken duidelijk wat alinea's of zinnen met elkaar te maken hebben. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen....
  • Pak per tweetal een prentenboek.
  • Lees het verhaal en noteer minimaal 8 signaalwoorden die in de tekst staan.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: samen schrijven
  • Iedereen pakt een pen en papier.
  • Je start met het schrijven van een verhaal. Op het teken van de docent schuif je jouw papier door naar een medestudent.
  • Lees wat er staat en schrijf verder aan de tekst die je hebt gekregen. Let op dat er een opbouw in het verhaal zit en dat je gebruik maakt van signaalwoorden.

  • * Let op! Zo nu en dan krijg je een woord, wat je vervolgens in je tekst moet verwerken.

  • Tijdsduur: 8 - 10 minuten 

Slide 12 - Tekstslide

Je kunt zo vaak laten doorwisselen als je wilt ;)
Leuk om na de werkvorm een aantal verhalen te laten voorlezen.
Je kunt de moeilijkheid nog verhogen door er zo nu een dan een woord in te gooien wat dan verplicht in de tekst verwerkt moet worden.
** Variatie **
Geef iedere leerling een blanco papiertje. Vraag de leerlingen om er een zelfstandig naamwoord op te schrijven. Haal dan alle papiertjes weer op en verzamel ze in een doos. Gebruik deze woorden in het verhaal.

Vervolgopdracht (optioneel)
  • Laat de gemaakte teksten rouleren.
  • Onderstreep de signaalwoorden in de tekst. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Je bent de afgelopen 2 lessen bezig geweest met (werkwoord)spelling en samenhang.

Pas het geleerde toe bij de volgende opdracht:
Herschrijf een sprookje naar het heden.

Werktijd: 25 minuten, daarna uitwisselen/voordragen.

Slide 14 - Tekstslide

Studenten nemen een bekend sprookje in gedachten (of zoeken dit op internet) en gaan dit herschrijven naar de tijd van nu.

Bijvoorbeeld: Roodkapje
Mogelijke tekst: Roodkapje wil op bezoek gaan bij oma en zoekt eerst op haar telefoon via Google Maps de route op.

Bij het uitwisselen van het gemaakte werk kun je de koppeling maken met het examen spreken (basis: spreektempo, volume, contact met publiek, …)

Taalverzorging
Les naar keuze uit map "Taalverzorging" LessonUp

Slide 15 - Tekstslide

N.B.: Docent bepaalt hier zelf waar de klas op dit moment aan toe is. De PPT geldt als een suggestie

Starttaal 2F
  • Werken aan taalverzorging 2F o.b.v. je instaptoets.

  • Denk aan je actieplan/reflectie van module 1
       -> Hoe zorg jij dat je aan het eind van periode 3 klaar bent voor de eindtoets?
       -> Wat ga jij zelf doen?
       -> Wat heb je nodig van je docent? 

Slide 16 - Tekstslide

Maak een keuze v.w.b. de werkwoordspelling
Afsluiting & evaluatie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies