GMK P4 - Overgang en osteoporose

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneesmiddelkennisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent teratogeen?
A
Aardewerk
B
Schadelijk voor ongeboren kind
C
Gaat over in borstvoeding
D
Niet zwanger kunnen worden

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent lactatie?
A
Gaat over in borstvoeding
B
Borstvoeding
C
Schadelijk bij borstvoeding
D
Bevorderen productie moedermelk

Slide 3 - Quizvraag

Een zwangere vrouw wil graag weten of ze paracetamol mag gebruiken.
Op welke website kijk je?
A
www.apotheek.nl
B
www.lareb.nl
C
www.thuisarts.nl
D
www.google.nl

Slide 4 - Quizvraag

Welk middel wordt gebruikt bij zwangerschapsvergiftiging?
A
Ferrofumaraat
B
Labetalol
C
Oxytocine
D
Paracetamol

Slide 5 - Quizvraag

Welk middel wordt gebruikt om de borstvoeding op te wekken?
A
Ferrofumaraat
B
Methyldopa
C
Oxytocine
D
Paracetamol

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van ferrofumaraat?
A
Bloedarmoede
B
Op nuchtere maag innemen
C
Zwarte ontlasting
D
Weinig interacties

Slide 7 - Quizvraag

Op lareb staat bij een middel : Onvoldoende bekend bij zwangerschap. Wat is je advies?
A
Kan gebruikt worden
B
Overleg met patiënt
C
Overleg met arts
D
Niet gebruiken

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat de overgang inhoudt
Je kunt de verschillende fases van de overgang benoemen
Je kunt de klachten tijdens de overgang benoemen
Je weet met welke medicatie je de overgangsklachten kunt behandelen
Je weet de verschillen tussen de medicatie 
Je weet de verschillende toedieningsvormen 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Menopauze is hetzelfde als overgang
De overgang komt doordat de eitjes opraken
A
Beide waar
B
1 waar; 2 niet waar
C
1 niet waar; 2 waar
D
Beide niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat is geen overgangsklacht?
A
Opvliegers
B
Vaginale droogheid
C
Stemmingswisselingen
D
Trage hartslag

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste hormoon bij de behandeling van overgangsklachten?
A
Oestrogeen
B
Progestageen
C
Oestrogeen en progestageen zijn even belangrijk
D
Levonorgestrel

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de functie van progestageen bij de behandeling van overgangsklachten?
A
Verlaagt kans op baarmoederkanker
B
Vermindert opvliegers
C
Verlaagt de kans op hart- en vaatziekten
D
Vermindert vaginale droogheid

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een sequentiële hormoontherapie?
A
elke dag dezelfde samenstelling
B
14 dagen oestrogeen, dan 14 dagen combi
C
14 dagen progestageen, dan 14 dagen combi
D
21 dagen gebruiken, 7 dagen stopweek

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Waarom is het advies om oestrogeen suppletie max 1-2 jaar te gebruiken?
A
Daarna niet meer nodig
B
Werking wordt minder
C
Vanwege kans op bijwerkingen
D
Kans op zwangerschap

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat is geen toedieningsvorm van oestrogeen?
A
Pleister
B
Gel
C
Ovule
D
Zetpil

Slide 26 - Quizvraag

Leerdoelen
Je weet wat de overgang inhoudt
Je kunt de verschillende fases van de overgang benoemen
Je kunt de klachten tijdens de overgang benoemen
Je weet met welke medicatie je de overgangsklachten kunt behandelen 
Je weet de verschillen tussen de medicatie 
Je weet de verschillende toedieningsvormen 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen 
Je weet wat osteoporose is.
Je weet welke factoren invloed hebben of het ontstaan van osteoporose
Je weet wat de gevolgen en risico's  zijn van osteoporose
Je weet welke medicatie wordt gebruikt bij osteoporose , de dosering en de bijwerkingen


Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Waarom is zuivel goed voor je botten?
A
Zit calcium in
B
Zit vitamine D in
C
Verbetert opname calcium
D
Verbeter opname vitamine D

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Wat is het risico van osteoporose?

Grotere kans op...
A
vitamine-deficientie
B
botbreuken
C
oestrogeen-tekort
D
vergeetachtigheid

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Waarom worden calcium en vitamine D vaak samen gegeven?
A
Calcium verbetert opname van vitamine D
B
Vitamine D verbetert opname van calcium
C
Vitamine D en calcium beide bouwstof voor botten
D
Vitamine D vermindert afbraak calcium

Slide 40 - Quizvraag

Wat is geen vitamine D?
A
Colecalciferol
B
Vitamine D3
C
Dcura
D
Ascorbinezuur

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Wat is geen advies bij alendroninezuur?
A
Staand innemen
B
Met voedsel innemen
C
Max 5 jaar gebruiken
D
1x per week

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide

Welk middel geeft een vergrote kans op osteoporose?
A
Alendroninezuur
B
Dexamfetamine
C
Dexamethason
D
Estradiol

Slide 46 - Quizvraag

Leerdoelen 
Je weet wat osteoporose is.
Je weet welke factoren invloed hebben of het ontstaan van osteoporose
Je weet wat de gevolgen en risico's  zijn van osteoporose
Je weet welke medicatie wordt gebruikt bij osteoporose , de dosering en de bijwerkingen


Slide 47 - Tekstslide