GMK P7 - Overgang en osteoporose

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneesmiddelkennisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Menopauze is hetzelfde als overgang
De overgang komt doordat de eitjes opraken
A
Beide waar
B
1 waar; 2 niet waar
C
1 niet waar; 2 waar
D
Beide niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat is geen overgangsklacht?
A
Opvliegers
B
Vaginale droogheid
C
Stemmingswisselingen
D
Trage hartslag

Slide 5 - Quizvraag

Hormonen bij overgangsklachten
OESTROGENEN
- overgangsklachten (climacterium)
- ontwikkelingsstoornis geslachtsorgaan
-menstruele cyclus stoornissen
- als morning-afterpil

Slide 6 - Tekstslide

Behandeling Overgangsklachten
zie word document:
Hormonen & Overgang

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste hormoon bij de behandeling van overgangsklachten?
A
Oestrogeen
B
Progestageen
C
Oestrogeen en progestageen zijn even belangrijk
D
Levonorgestrel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van progestageen bij de behandeling van overgangsklachten?
A
Verlaagt kans op baarmoederkanker
B
Vermindert opvliegers
C
Verlaagt de kans op hart- en vaatziekten
D
Vermindert vaginale droogheid

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een sequentiële hormoontherapie?
A
elke dag dezelfde samenstelling
B
14 dagen oestrogeen, dan 14 dagen combi
C
14 dagen progestageen, dan 14 dagen combi
D
21 dagen gebruiken, 7 dagen stopweek

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Waarom is het advies om oestrogeen suppletie max 1-2 jaar te gebruiken?
A
Daarna niet meer nodig
B
Werking wordt minder
C
Vanwege kans op bijwerkingen
D
Kans op zwangerschap

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is geen toedieningsvorm van oestrogeen?
A
Pleister
B
Gel
C
Ovule
D
Zetpil

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Waarom is zuivel goed voor je botten?
A
Zit calcium in
B
Zit vitamine D in
C
Verbetert opname calcium
D
Verbeter opname vitamine D

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het risico van osteoporose?

Grotere kans op...
A
vitamine-deficientie
B
botbreuken
C
oestrogeen-tekort
D
vergeetachtigheid

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Waarom worden calcium en vitamine D vaak samen gegeven?
A
Calcium verbetert opname van vitamine D
B
Vitamine D verbetert opname van calcium
C
Vitamine D en calcium beide bouwstof voor botten
D
Vitamine D vermindert afbraak calcium

Slide 31 - Quizvraag

Wat is geen vitamine D?
A
Colecalciferol
B
Vitamine D3
C
Dcura
D
Ascorbinezuur

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Wat is geen advies bij alendroninezuur?
A
Staand innemen
B
Met voedsel innemen
C
Max 5 jaar gebruiken
D
1x per week

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Welk middel geeft een vergrote kans op osteoporose?
A
Alendroninezuur
B
Dexamfetamine
C
Dexamethason
D
Estradiol

Slide 37 - Quizvraag

Zoek eens op.. 
SERM (selectieve oestrogeenreceptormodulators)
DUAVIVE
www.farmacotherapeutischkompas.nl

Slide 38 - Tekstslide