Voor jullie liggen een heleboel teksten. Jullie gaan deze teksten bekijken en met elkaar bespreken. -->
Beantwoord onderstaande vragen met elkaar. Het is handig om jullie bevindingen in een schrift te noteren.
1. Wat valt op aan de tekst?
2. Overeenkomsten (wat is er hetzelfde?)
3. Verschillen (wat is er anders?)
4. Waar komt de tekst vandaan?
5. Voor wie is de tekst geschreven?
6. Welke teksten verwacht je op een toets (en waarom)?