3.5: Nederland, een gematigd zeeklimaat

3.5 Nederland, een gematigd zeeklimaat
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

3.5 Nederland, een gematigd zeeklimaat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

planning
  • Herhaling 3.1 t/m 3.4
  • Nakijken 3.4
  • Maken Herhaling Wereld of Verdieping Wereld

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pool klimaat
Zee klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Gematigd klimaat

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Savanne klimaat
Toendra klimaat
Tropisch regenwoud- klimaat
Land-
klimaat

Woestijn- klimaat
Steppe- klimaat
Pool-klimaat

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Savanne-klimaat
Steppe-klimaat
Tropisch-klimaat
Woestijn-klimaat

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoger, hoe hoger/lager de temperatuur
A
hoger
B
lager

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de algemene regel die hoort bij de hoogteligging?
hoe..... hoe... (+ hoeveel graden celsius?)
A
hoger, kouder. 0,6 graden per kilometer
B
hoger, kouder. 6 graden per kilometer
C
hoger, warmer. 0,6 graden per kilometer
D
hoger, warmer, 6 graden per kilometer

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dag en nacht worden veroorzaakt door............
A
Draaiing van de maan om de aarde
B
Draaiing van de aarde om de zon
C
Draaiing van de aarde om haar eigen as
D
De schuine hoek van de zonnestralen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat veroorzaakt de seizoenen?
A
het weer
B
de temperatuur
C
de neerslag
D
De scheve aardas

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Warme lucht..
A
Stijgt op (het is licht)
B
Daalt (het is zwaar)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9: Bij een front is het altijd de ..koude/warme.. lucht die boven ..koude/warme.. lucht stijgt.
A
warme boven de warme
B
koude boven de warme
C
warme boven de koude
D
koude boven de koude

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Warme lucht ..... (1)
hierbij ......(2) de waterdamp
A
1=daalt 2=condenseert
B
1=stijgt 2=verdampt
C
1=daalt 2=verdampt
D
1=stijgt 2=condenseert

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maken Herhaling Wereld 
of
Verdieping Wereld

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openboek toets

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan
- Leerdoelen
- Introductie 3.5
- Uitleg
- Aan de slag!
- Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
1. Na deze les weet je wat voor klimaat Nederland heeft
2. Na deze les weet je de kenmerken en oorzaken van ons klimaat

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen 3.5
Blz. 68 eerste twee stukjes tekst

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat warmt het snelst op?
A
Land
B
Zee
C
Land en zee even snel
D
Land en zee even langzaam

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanlandige wind waait :
A
Van het land richting zee
B
Als een zachte bries
C
Kan alle richtingen uit waaien
D
Van zee richting land

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van de zee in de zomer:
Hoe verder van de koelere zee, hoe warmer het wordt.
18
22
26

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van de zee in de winter:
Hoe verder van de 'warmere' zee, hoe kouder!
8
2
-5

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maken vragen uit werkboek bij: 'Op 52 graden N.B.' en 'De opwarming van land en zee'
Klaar? 
Ga online naar de box over weer in Nederland

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan
- Herhalen vorige les
- Uitleg 2e deel paragraaf 3.5
- Maken 3.5 af en schrijf een samenvatting of mindmap

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een aanlandige wind is...
A
Droog
B
Vochtig

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is aanlandige wind
A
wind die van het land naar de zee waait
B
wind die van de zee naar het land waait
C
??????????????????????
D
wind die verder de zee in waait.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een aanlandige wind:
A
Valt er in D meer neerslag dan bij C
B
Valt er in C meer neerslag dan bij D
C
Is C kouder dan D
D
Is C warmer dan D

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kust
Binnenland
Veel invloed van de aanlandige wind
Geen invloed van de aanlandige wind
Zeer koude winter
Gebergte houdt de warme wind tegen
Milde winter

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland, een gematigd zeeklimaat

- opwarming van land en zee  
- invloed van zee
- windrichting

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Windroos
Bij een westenwind komt
de wind uit het westen. 

Slide 33 - Tekstslide

Bij een westenwind komt de wind uit het westen. De lucht verplaatst zich vanaf de Noordzee over ons land. Boven de zee heeft de lucht veel vocht kunnen opnemen. In de herfst en winter is de lucht boven zee warmer dan boven land en in de lente en zomer is de lucht boven de zee kouder dan boven land. Westenwinden brengen in de lente of zomer frisse vochtige lucht en in de herfst of winter zachte vochtige lucht. Er is dus veel bewolking en de kans op buien is aanzienlijk. De temperatuur ligt bij westenwinden in de winter vaak hoger en in de zomer lager dan normaal. Zo vriest het in de winter niet of nauwelijks, terwijl de temperatuur in de zomer soms moeite heeft om de 20 graden te halen.
Hoewel in Nederland de westenwinden overheersen, komen er af en toe ook andere windrichtingen voor. Zoals je inmiddels weet, hebben windrichtingen een grote invloed op het weer. Wind voert namelijk lucht aan die koud of warm en droog of vochtig is. Zoals je in bron 28 kunt zien, bepaalt de windrichting bijvoorbeeld of er kans is op een strenge winter, of op een droge en hete zomer.
Aangezien Nederland op hoge breedte ligt en aan zee, varieert de gemiddelde temperatuur van 2 °C tot 17 °C.
Daarom noemen we het klimaat in Nederland een gematigd zeeklimaat. Maar je moet wel bedenken dat dit gemiddelde temperaturen zijn en dat er best hogere of lagere temperaturen kunnen voorkomen. Als de windrichting draait, kan koude poollucht of warme tropische lucht ons land gemakkelijk bereiken (bron 28).

Een noordwesten wind waait richting:
A
Het noordwesten
B
Het zuidwesten
C
Het zuidoosten
D
Het noordoosten

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Windrichtingen en de gevolgen voor Nederland

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de afbeelding zie je de korte kringloop van het water. Zet de woorden in de goede volgorde. 



1.
2.
3.
4. 
regen
verdampen
wolken
afkoeling

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nu doen/ Huiswerk
- maken: paragraaf 3.5 helemaal (vorige les al de helft gemaakt) 
- Maak een samenvatting van paragraaf 3.5

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting & vooruitblik
Morgen terugblik en verder werken!

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies