3V2 4.2 deel 2 bespreken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

PROGRAMMA

 deel 2 van paragraaf 4.2 

• Leesvragen bespreken
• Werkboekvragen 6 t/m 9
• Inclusief oefenopdracht
• Huiswerk

- Noteer wat je ziet

- Bedenk over welk hitorisch begrip het gaat - en welke elementen dit bewijzen

Wat is de boodschap van de tekenaar?

11. Wat is het ijzeren gordijn?

12. In welk jaar wed China communistisch?

13A. Wanner was de Korea-oorlog?
Tussen welke partijen?
Wie steunt wie?

13B. Waarom bemoeide de VS zich met deze burgeroorlog?
Hoe liep de oorlog af?

14. Wanneer stierf Stalin? Wie was zijn opvolger?

15. Welke 'wedstrijd' (wedloop) werd er tussen de SU en de VS gehouden tijdens de Koude Oorlog?

16. Wanneer werd de Berlijnse Muur gebouwd?
Door wie?
Waarom?

17A. Wanneer was de Cuba crisis?
Wat was de aanleiding?
Welke personen
stonden tegenover elkaar?

17B. Hoe liep deze crisis af?
Wat was op het nippertje voorkomen?

1) Beschrijf elementen

2) Waarom slaan die   
    op de Cubacrisis?

3) Boodschap van de        maker ....?

18. Wat het gevolg van de Cuba crisis
op de langere termijn?
Hoe lang duurde die periode?

19. Wanneer was de Vietnamoorlog?
Waarom was dit een 'warme' oorlog?

20. Waneer kwam er een einde aan de ontspanning?
Wat was de aanleiding?

21. Welke gebeurtenissen leidden tot het einde van de Koude Oorlog?

WB:
5B: Citeer uit bron 9 een zin over Marshallhulp:

5B: 

"Ik geloof dat onze hulp allereerst

een economische en financiële hulp moet

zijn, die essentieel is voor economische stabiliteit

en ordelijke politiek
"

WB:
5C: Gebruik bron 10. Welk doel had het buitenlands beleid van de Sovjet-Unie, volgens Malenkov?

5C: 

"...een duurzame, democratische vrede..."

WB: blz. 103
Is bron 10 representatief voor de houding van de Sovjet-Unie tegenover de VS in de jaren na WO II?

Stel: je onderzoekt de rol van de VS in de wereld na WO II.
Is bron 10 dan een bruikbare bron?

Stel: je onderzoekt hoe de wapenwedloop na WO II begon.
Zijn bronnen 9 en 10 dan bruikbaar?

1 Feit A is een gevolg op korte termijn van feit F.

2 Feit B is een gevolg op langere termijn van feit C.

3 Feit D is een directe oorzaak van feit E.

4 Feit F is een indirecte oorzaak van feit E.

WB: 9A
Over welk onderwerp gaat de prent?

Bijvoorbeeld: Oost-Duitsers vluchtten via West-Berlijn naar West-Duitsland.

WB: 9B
Bedenk wanneer deze bron ongeveer is getekend

Bijvoorbeeld: 

Voor 1961, toen werd de Berlijnse Muur gebouwd.

Na 1949: toen ontstonden de twee Duitse staten

WB: 9C
Leg met beeldelementen uit welk standpunt de tekenaar had over het onderwerp van de prent

Bijvoorbeeld: 

Hij begreep de vlucht want in Oost-Duitsland was het niet veilig. Je ziet dat omdat  hij in Oost-Duitsland galgen heeft getekend. Symbolisch voor onveiligheid.

WB: 9D en E
Over welk onderwerp gaat de prent?
Uit welke elementen blijkt dat?
Wanner is deze prent getekend?

De Cubacrisis. 1962

- Kennedy en Ghroesjtjov zijn getekend.

- Ze proberen van de klif te duwen, waar Cubaande klif op staat. 

= symbolisch voor de dreigende kernwapenoorlog die uit de  Cubacrisis kan voortkomen.

WB: 9F
Wat was het standpunt (de mening) van de tekenaar?

Bijvoorbeeld: 

Hij was blij dat Chroesjtsjov had toegegeven want anders had hij de VS (Kennedy) bijna meegesleurd de afgrond in.

Huiswerk

In de ELO staat een hand-out

over de oorlog in Vietnam

Maak daarbij een mindmap

stuur op uiterlijk woensdag om 20.00