Taalverzorging H2: Zelfstandig naamwoord en lidwoord

Welkom klas 1mc
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook (dicht), boek Nederlands en je schrift.
Stap 3: Noteer in je schrift het verschil tussen een en een.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 1mc
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook (dicht), boek Nederlands en je schrift.
Stap 3: Noteer in je schrift het verschil tussen een en een.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Iedereen: Ik kan het zelfstandig naamwoord en het lidwoord benoemen in een zin.
Mavo +: Ik kan het bepaald en onbepaald lidwoord benoemen in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Woorden verdelen
  • Uitleg: Lidwoord
  • Oefenen: Lidwoord
  • Uitleg: Zelfstandig naamwoord
  • Oefenen zelfstandig naamwoord
  • Huiswerk
  • Extra oefening Mavo+: bepaald en onbepaald lidwoord
  • Controleren leerdoel

Slide 3 - Tekstslide

Woorden verdelen
Verdeel de volgende woorden in drie groepen: boekenlegger – boeket – fantasie – fraai – geniaal – geloven – lelijk – nietmachine – ontmoeten – regenen – soldaat – talent – tuinieren – vakantie – verhuizen

Welke groepen hebben jullie gemaakt?
Je doet de opdracht in tweetallen.
De tweetallen hoor je van de docent
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Lidwoord
Je hebt drie lidwoorden: de, het en een.

Een verkleinwoord is altijd een het-woord.


Slide 5 - Tekstslide

Benoem het lidwoord uit de zin: In de lerarenkamer zitten drie mensen te praten.

Slide 6 - Open vraag

Benoem de lidwoorden uit de zin: Dit weekend is het openingsweekend van de film van James Bond.

Slide 7 - Open vraag

Het zelfstandig naamwoord (zn)
  • Een mens, dier, plant, ding. (leraar, konijn, pannenkoekplant, pen)
  • Eigennamen: (Mick, Sophie, Nederland, Buitenpost, Spanje, IJssel)

Kenmerken zelfstandig naamwoord (zn):
Je kunt er vaak de, het, een voorzetten;
Je kunt er vaak enkelvoud en meervoud maken;
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken;


Slide 8 - Tekstslide

Benoem de zelfstandige naamwoorden uit de zin: In de lerarenkamer zitten drie mensen te praten.

Slide 9 - Open vraag

Benoem de zelfstandige naamwoorden uit de zin: Wanneer gaat er een concert van Ed Sheeran plaatsvinden?

Slide 10 - Open vraag

Huiswerk voor de volgende les
Iedereen: Opdracht 1, 2 en 3
Mavo+: Opdracht 1, 2, 3 en 6

De leerlingen van mavo+ krijgen een extra instructie. De andere leerlingen zijn in stilte aan het werk.

Ben je klaar?
Begin met het maken van een samenvatting van de volgende bladzijdes:28, 30,32 en 54 (taalverzorging tot nu toe)

Slide 11 - Tekstslide

Extra stof: Soorten lidwoorden
Onbepaald lidwoord: een. Dit lidwoord geeft aan wat je ongeveer bedoelt. Het kan namelijk van alles zijn.
Bepaald lidwoord: de en het. Deze lidwoorden geven aan wat je precies bedoelt.

Slide 12 - Tekstslide

Benoem het soort lidwoord in de zin: In de lerarenkamer zitten drie mensen te praten.

Slide 13 - Open vraag

Benoem het soort lidwoord uit de zin: Wanneer gaat er een concert van Ed Sheeran plaatsvinden?

Slide 14 - Open vraag

Benoem het leerdoel van vandaag dat voor JOU van toepassing is.

Slide 15 - Open vraag

Controleren leerdoel: Benoem het lidwoord en het zelfstandig naamwoord uit de zin: Ik heb vandaag de zelfstandige naamwoorden geoefend.

Slide 16 - Open vraag