Paus Urbanus II riep in 1095 christenen op om Jeruzalem te bevrijden van de islamitische Turken. Tegen de christenen in Europa zei hij: “ik smeek u, in naam van de Heer, de christenen in Jeruzalem te helpen tegen de Turken. Christenen, ga naar Jeruzalem! God wil het!
Al eeuwenlang gingen christelijke pelgrims naar het Heilige land: Palestina met als hoofdstad Jeruzalem . Daar had Jezus geleefd. Pelgrims geloofden dat een reis naar Jeruzalem iemand bevrijdde van alle zonden. De Moslims waren de baas in Jeruzalem. Voor hen waren christelijke pelgrims ‘ongelovigen’ (heidenen).
Er kwamen berichten dat de Turken christenen vermoordden en kerken plunderden. Paus Urbanus II vroeg de edelen naar Jeruzalem te gaan. Palestina moest weer christelijk worden!
De paus beloofde alle deelnemers vergeving van zonden en plaats in de hemel. De mensen naaiden een rood kruis op hun kleding en gingen op weg.