§6.6 Ontwikkelingssamenwerking

Ontwikkelingssamenwerking
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingssamenwerking

Slide 1 - Tekstslide

Mededelingen
  • Schrijf je in bij mijn keuzeuren 

Slide 2 - Tekstslide

6a) Stijging in euro's 5550 - 3225 = 2325 (nieuw - oud)
       




6b) lage loonkosten, grondstoffen komen daar vandaan
6c) Vietnam is een opkomende economie. Mensen krijgen
steeds meer koopkracht
6d) Multinational
3225
1
2325
%
100
0,031...
72,09

Slide 3 - Tekstslide

a) 510 + 306 = 816 mln
b) 6.999 mln import 4.997 mln
c) 6999 - 4997 = 2,002 mrd
d) 816 + 2002 = 2.818 mln

Slide 4 - Tekstslide

Noem eens een aantal kenmerken van ontwikkelingslanden? Noem er minstens 3.

Slide 5 - Open vraag

3 van onderstaande:
- Snelle bevolkingsgroei
- Ondervoeding en gebrek aan schoon drinkwater
- Slechte gezondheidszorg
- Veel analfabetisme
- Slechte infrastructuur
- Veel werkloosheid

Slide 6 - Tekstslide

Waarom lenen rijke landen liever geen geld aan arme landen?

Slide 7 - Open vraag

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je verschillende soorten ontwikkelingshulp van elkaar onderscheiden

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking
Lesdoelen
Na deze les kun je verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking opnoemen
 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Ontwikkelingssamenwerking
Ontwikkelingssamenwerking is de samenwerking tussen de rijke westerse landen en de ontwikkelingslanden.

  • noodhulp en structurele samenwerking.
  • gebonden samenwerking en ongebonden samenwerking.
  • bilaterale samenwerking en multilaterale samenwerking.

Slide 12 - Tekstslide

Structurele hulp
Structurele ontwikkelingssamenwerking
Structurele ontwikkelingssamenwerking is samenwerking die tot doel heeft het ontwikkelingsland economisch zelfstandig te maken.
Voorbeelden:
- het geven van geld voor het bouwen van scholen.
- het verstrekken van microkredieten.
- het ondersteunen met materialen en kennis.

Slide 13 - Tekstslide

Noodhulp
 Incidentele ontwikkelingssamenwerking of noodhulp
Incidentele ontwikkelingssamenwerking of noodhulp is samenwerking die het helpen overleven van een noodsituatie ten doel heeft.
Voorbeelden:
- het geven van voedsel, kleding en medicijnen.
- het uitzenden van artsen.

Slide 14 - Tekstslide

Gebonden of ongebonden hulp
Gebonden hulp
Bij gebonden hulp stelt het land dat geld geeft eisen aan de besteding van het geld.

Ongebonden hulp
Bij ongebonden hulp mag het land het geld vrij besteden. 

Slide 15 - Tekstslide

Bi- of Multilaterale hulp
Bilaterale hulp
Bilaterale hulp is hulp van land tot land.
Multilaterale hulp
Multilaterale hulp is hulp via een internationale ontwikkelingsorganisatie, zoals de Verenigde Naties of de Wereldbank.

Slide 16 - Tekstslide

Wat wat wordt er bedoeld met het begrip structurele hulp?

Slide 17 - Open vraag

De Nederlandse overheid geeft geld aan Vietnam. In ruil daarvoor wilt de overheid dat Vietnam laat zien waar het geld voor wordt ingezet. Het begrip dat hier het beste bij past is ...
A
Noodhulp
B
Gebonden hulp
C
Ongebonden hulp
D
Structurele hulp

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je hulp zonder tussenkomst van organisaties zoals goede doelen?
A
Multilaterale hulp
B
sequent laterale hulp
C
Laterale hulp
D
Bilaterale hulp

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht
Wat: maak opdracht 1 t/m 5 en 6 t/m 9  blz. 66
Hoe: lees eerst de leertekst voordat je met de vragen begint
Hulp: Overleggen en vragenstellen is toegestaan
Tijd: 15 min
Resultaat: zelfstandig nakijken
Klaar? Maak de rekentrainer van paragraaf 2

Slide 20 - Tekstslide