19 juni 2023 voegwoorden
1 / 48
Lesduur is: 200 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
in Kampen./hebben/sport/wij/Vandaag
Slide 14 - Open vraag
vind/Ik/leuk./niet/dat
Slide 15 - Open vraag
Ik heb mijn zwembroek mee. Ik ga zwemmen.
Slide 16 - Open vraag
Ik ga niet naar de volgende klas. Ik ben weinig op school.
Slide 17 - Open vraag
Het regent, ..... ik ga op de fiets.
A
maar
B
omdat
C
dus
D
of
Slide 18 - Quizvraag
Ik blijf thuis, .... ik ziek ben.
A
maar
B
of
C
dus
D
omdat
Slide 19 - Quizvraag
Het regent, ..... ik ga met de auto.
A
maar
B
omdat
C
dus
D
of
Slide 20 - Quizvraag
Ik ga vanmiddag naar Kampen ... naar Zwolle. Ik weet het nog niet.
A
maar
B
omdat
C
dus
D
of
Slide 21 - Quizvraag
Ik wil wel schrijven, ..... mijn pen is stuk.
A
maar
B
omdat
C
dus
D
of
Slide 22 - Quizvraag
Ik stuur een kaartje naar mijn tante, .... zij jarig is.
A
maar
B
omdat
C
dus
D
of
Slide 23 - Quizvraag
Ik heb niet geleerd voor de toets, .... ik haal een onvoldoende.
A
maar
B
omdat
C
dus
D
of
Slide 24 - Quizvraag
Ga jij naar Duitsland ... naar Spanje op vakantie?
A
maar
B
omdat
C
dus
D
of
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Alnar is rijk
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Alnar heeft het koud.
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Het paard van Alnar is gezond.
A
waar
B
niet waar
Slide 35 - Quizvraag
De jas van Alnar heeft gaten.
A
waar
B
niet waar
Slide 36 - Quizvraag
Alnar ruilt zijn jas met de rijke man.
A
waar
B
niet waar
Slide 37 - Quizvraag
Alnar is blij met zijn nieuwe jas.
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quizvraag
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Wat moet ik ... doen?
A
eerst
B
bij
C
rechts
D
over de brug
Slide 41 - Quizvraag
Faye weet .... in de stad.
A
rechtdoor
B
de weg
C
dichtbij
D
de afslag
Slide 42 - Quizvraag
Je moet hier de straat ......
A
ver
B
oversteken
C
dichtbij
D
rechtsaf
Slide 43 - Quizvraag
Er zijn veel stoplichten op ....
A
het kruispunt
B
linksaf
C
het zuiden
D
stoppen
