Frans 1GT de ontkenning

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

1gta - le 27 janvier 2022

Les buts du cours

Aan het einde van de les...

• Weet je (weer) hoe je AVOIR (hebben) vervoegt;
• weet je hoe je werkwoorden op - er vervoegt;
• Weet je hoe je een zin ontkennend maakt;
• Is je werkboek bijgewerkt met je huiswerk.

Van

           

   

     Wat betekent "avoir"?

Vandaag oefenen we met het werkwoord "avoir".

AVOIR ( = hebben)

Vervoeging van "avoir" met vertaling :

Etre (zijn) (unité 1)

Je suis

Tu es

Il, elle, on est

nous sommes

vous êtes

ils, elles sont

Avoir (hebben)(unité 2)

J'ai

Tu as

Il, elle, on a

nous avons

vous avez

ils, elles ont

Schrijf het rijtje van avoir uit.

Elle ... un lapin.

1. as
2. a

Nous ... un jardin.

1. avons
2. avez

Martien et Erica ... un château.

1. ont
2. a

Tu ... une grande maison?

Léa ... deux chiens.

Non, j' ... une petite maison.

	uitgang	parler
Je	-e	Je parl e
Tu	-es	Tu parl es
Il/elle	-e	Il/elle parl e
on	-e	on parl e
Nous	-ons	nous parl ons
Vous	-ez	vous parl ez
Ils/elles	-ent	Ils/elles parl ent

Vertaal: (parler) Zij praten

1. Elle parle
2. Elles parlent
3. Nous parlons
4. Ils parlont

Vertaal:
(chercher) Wij zoeken

1. Nous cherchons
2. On cherchons
3. Vous cherchez
4. On cherche

Vervoeg: Nous ........ (regarder)

1. regardons
2. regardent
3. regardez
4. regardes

Vervoeg: Je ...... (travailler)

1. travailles
2. travaillons
3. travaille
4. travaillent

Vervoeg: Aurélie ....... (danser)

1. dansent
2. danse
3. dansons
4. dansez

De ontkenning... niet/geen

Weet je nog hoe je in het Frans een zin ontkennend maakt?

Uit welke 3 delen bestaat de ontkenning?

Staat de ontkenning goed in de zin?
Je ne pas suis français.

1. 
2. 

Staat de ontkenning goed in de zin?
Samuel ne regarde pas la télé.

1. 
2. 

Staat de ontkenning goed in de zin?
Nous ne avons pas un grand jardin.

1. 
2. 

Maak de zin ontkennend:
Je fais mes devoirs.

Maak de zin ontkennend:
Ma chambre est au grenier.

Maak de zin ontkennend:
Nous sommes dans la cuisine.

Maak de zin ontkennend:
J'ai un vélo rouge.

Huiswerk 16C en 16D

volgende week: eindtoets unité 3

Au revoir!