TaalCompleet A2: 3.5 en 3.6

Goedemorgen!
Hoe was je weekend? Leuk? Saai? Druk? Rustig?
TaalCompleet A2: 3.5 en 3.6

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Hoe was je weekend? Leuk? Saai? Druk? Rustig?
TaalCompleet A2: 3.5 en 3.6

Slide 1 - Tekstslide

Voorbereiden
Opdracht: Doe samen opdracht 41.

Lees de zinnen. Is de zin waar, denk je? Zet dan een kruisje. 

Klaar? Werk dan even in je boek.

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

3.5 Een uitnodiging van het consultatiebureau
Opdracht: Maak alle oefeningen van 3.5 tot 10.00 uur.

Klaar? Maak dan de opdrachten in de ELO. Werk daarna verder aan 3.6. 
timer
17:00

Slide 3 - Tekstslide

3.5 Een uitnodiging van het consultatiebureau
Opdracht: We doen een dictee in twee teams. Jullie schrijven samen 10 zinnen.

Slide 4 - Tekstslide


Pauze

Slide 5 - Tekstslide

Voorbereiden
Opdracht: We kijken samen naar de video over 3.6.

timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

3.6 Ik maak schoon. - De docent legt uit.
Opdracht: Je ziet een zin. Is de zin goed of fout?

Slide 7 - Tekstslide

1. Hij hangt op de was.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

2. Zij oppast elke vrijdagavond.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

3. Anneke doet het raam dicht.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

4. Wim om de pannenkoek draait.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

5. Bibi neemt haar medicijnen in.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

3.6 Ik maak schoon. - De docent legt uit.
Goede zinnen: 

  1. Hij hangt de was op.
  2. Zij past elke vrijdagavond op.
  3. Anneke doet het raam dicht.
  4. Wim draait de pannenkoek om.
  5. Bibi neemt haar medicijnen in.

Slide 13 - Tekstslide

3.6 Ik maak schoon. - De docent legt uit.
Opdracht: Je ziet vier zinnen. Welke zin is fout? A, B, C of D?

Slide 14 - Tekstslide

1. Welke zin is fout?
A
Inge heeft laarzen aan.
B
Bilal schrijft op de woorden.
C
Gassan maakt zijn schoenen schoon.
D
Hij hang een schilderij op.

Slide 15 - Quizvraag

2. Welke zin is fout?
A
Carla stapt in.
B
Farouk laadt zijn telefoon op.
C
Wij trekken onze jassen uit.
D
Zij doorgeven hun adres.

Slide 16 - Quizvraag

3. Welke zin is fout?
A
Hij op zijn kinderen haalt.
B
Maria nodigt haar vrienden uit.
C
Zij stappen de bus in.
D
We sturen de brieven op.

Slide 17 - Quizvraag

3.6 Ik maak schoon. - De docent legt uit.
Deze zinnen zijn fout:
  1. Bilal schrijft op de woorden.
  2. Zij doorgeven hun adres.
  3. Hij op zijn kinderen haalt.

Deze zinnen zijn goed:
  1. Bilal schrijft de woorden op.
  2. Zij geven hun adres door.
  3. Hij haalt zijn kinderen op.

Slide 18 - Tekstslide

3.6 Ik maak schoon. - De docent legt uit.
Opdracht: Maak een zin met het scheidbare werkwoord. 
Gebruik 1 werkwoord in de zin.

Voorbeeld: Schoonmaken.

De schoonmaker maakt de badkamer schoon.

Slide 19 - Tekstslide

meenemen
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag

omdraaien
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

ophangen
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

aantrekken
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

opladen
timer
1:00

Slide 24 - Open vraag


Pauze

Slide 25 - Tekstslide

3.6 Ik maak schoon. - De docent legt uit.
Opdracht: Maak alle oefeningen van 3.6.

Klaar? Maak dan de opdrachten in de ELO. Werk daarna verder aan 3.6. 
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Luisterteksten
Opdracht: We maken samen de opdrachten bij de luisterteksten van thema 3. 

Slide 27 - Tekstslide

TaalCompleet A2
Opdracht: Maak alle opdrachten van thema 3 die je nog niet hebt gemaakt.

Klaar? Vraag dan de extra leesteksten aan Anouk.

Slide 28 - Tekstslide


Pauze

Slide 29 - Tekstslide

Spreken in groepjes
Opdracht: Doe in groepjes tot 15.15 uur de spreekopdracht van het werkblad. 

Klaar? Doe dan samen spreekopdrachten uit het boek of werk zelfstandig in je boek.

Slide 30 - Tekstslide

Ik begrijp 3.5 en 3.6
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Zo ging het spreken:
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll