PO les 5

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
Besteed even een paar minuutjes aan het doornemen van de stikstofkringloop in je eigen BINAS 93F . 
De meeste onduidelijkheden vind je hiernaast toegelicht.

Hoe kan er 'N' verdwijnen uit de bodem?
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Stikstofkringloop
BiNaS 93G


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Hoe werkt groenbemesting?

Slide 27 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 28 - Tekstslide

17. Attenborough zegt: "De jungles slaan meer koolstofdioxide (CO2) op dan ieder ander habitat op onze planeet. Ze houden onze planeet koel." Leg uit hoe de jungle ervoor zorgt dat onze planeet koeler blijft. (2p)

Slide 29 - Open vraag

fotosynthese
verbranding
koolstofdioxide
glucose
dierlijke energierijke stoffen

Slide 30 - Sleepvraag

Waarom is het verbranden van biomassa wel een CO2 neutrale manier van energie-opwekking en het verbranden van steenkool niet?

Slide 31 - Open vraag

Dit molecuul wordt door de planten opgenomen uit de lucht
Via dit molecuul komt de koolstof in consumenten terecht
Deze organismen maken van organisch afval weer CO2
Je mag voor deze vraag afbeelding 41 uit je boek gebruiken
We noemen het opnemen van CO2 en omzetten naar glucose ......
We noemen het afbreken van glucose tot CO2.....
CO2
glucose
reducenten
assimilatie
verbranding

Slide 32 - Sleepvraag

Als gevolg van een verhoging van het CO2-gehalte van de atmosfeer is er meer fotosyntheseactiviteit mogelijk. Om een inschatting te maken over de invloed van de verhoogde fotosyntheseactiviteit op het CO2-gehalte van de atmosfeer, moet rekening gehouden worden met andere processen in de koolstofkringloop.
- Noem een ander proces in de koolstofkringloop dat dor een versterkt broeikaseffect beïnvloed wordt
- Hoe wordt dit proces door een versterkt broeikaseffect beïnvloed?
- En wat is e invloed daarvan op het CO2-gehalte van de atmosfeer?

Slide 33 - Open vraag

Welke organismen uit de stikstofkringloop worden juist onder zuurstofloze omstandigheden heel actief?
A
nitrificerende bacteriën
B
denitrificerende bacteriën
C
ammonificerende bacteriën
D
knolletjesbacteriën in de wortels van vlinderbloemigen

Slide 34 - Quizvraag

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 35 - Quizvraag

Hoe kan 'N' verdwijnen uit de stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat

Slide 36 - Quizvraag

Stikstofkringloop Binas 93G
Aeroob
Anaeroob
Niet te achterhalen met Binas
Denitrificatie
Ammonificatie
Deammonificatie
Bacteriële stikstoffixatie
Fotochemische stikstoffixatie
Stikstofassimilatie
Nitrificatie
Dissimilatie

Slide 37 - Sleepvraag

Wat doen urobacteriën in de stikstofkringloop?
A
ammonium omzetten in nitriet
B
ureum omzetten in ammoniak
C
nitriet omzetten in nitraat
D
aminozuren omzetten in ureum

Slide 38 - Quizvraag


Welke kringloop is hiernaast weergegeven?
A
Voedselkringloop
B
Koolstofkringloop
C
Stikstofkringloop
D
Fotosynthese/verbranding kringloop

Slide 39 - Quizvraag

Gebruik BINAStabel stikstofkringloop (93H?)
A
De bacteriën zetten anorganische stikstofverbindingen om in andere anorganische stikstofverbindingen
B
De bacteriën zetten anorganische stikstofverbindingen om in organische stikstofverbindingen
C
De bacteriën zetten organische stikstofverbindingen om in anorganische stikstofverbindingen
D
De bacteriën zetten organische stikstofverbindingen om in andere organische stikstofverbindingen

Slide 40 - Quizvraag

Om de oorzaak van de verrijking op de eilanden met graslandbegroeiing te achterhalen, is het gehalte aan de stikstofisotoop 15N op verschillende plaatsen gemeten. In lucht is de ratio 15N/14N zeer klein (0,0037). Organismen die hun stikstofverbindingen rechtstreeks opbouwen uit stikstof uit de lucht hebben ook een zeer laag 15N-gehalte in hun weefsels. In de voedselketen stijgt de ratio 15N/14N vervolgens bij elk volgend trofisch niveau. Processen die deel uitmaken van de stikstofkringloop, zijn:

1 denitrificatie, 2 nitrificatie, 3 rotting, 4 biologische stikstoffixatie, 5 fotochemische stikstoffixatie

Door welk of door welke van deze processen komt 15N uit de lucht in de voedselketen terecht?
A
Alleen 1 en 3
B
Alleen 2 en 4
C
Alleen 3 en 5
D
Alleen 4 en 5

Slide 41 - Quizvraag

Welke kringloop/kringlopen zijn bij eutrofiëring verstoord?
A
Koolstofkringloop
B
Stikstofkringloop
C
Koolstofkringloop en stikstofkringloop

Slide 42 - Quizvraag

Welke N-rijke stof zit er in urine van koeien?
A
ammoniak
B
nitriet
C
nitraat
D
ureum

Slide 43 - Quizvraag

Welke N-rijke stof zit er in koeienpoep?
A
ureum
B
nitraat
C
eiwit

Slide 44 - Quizvraag

Hoe kan 'N' verdwijnen uit eenvoudige stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat

Slide 45 - Quizvraag

Wat is groenbemesting?
A
Kunstmest strooien op het land
B
Natuurlijke mest strooien op het land
C
Bemesten door middel van knolletjesbacterien
D
Bemesten met groene planten

Slide 46 - Quizvraag

Aan de slag met PO
opdracht 3-4-5

Slide 47 - Tekstslide