Les 11 - Voedingsleer

Voedingsleer - les 11
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voedingsleer - les 11

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1: Gezonde voeding
Week 2: Spijsverteringskanaal 
Week 3: bouw en de vertering van voedingsstoffen + allergenen en intoleranties
Week 4:  voedingswaardetabel + start koolhydraten en eiwitten
Week 5: Eiwitten ,vocht en start vetten
Week 6: Vet en vitamines en mineralen
Week 7: Vitaminen en mineralen, herhaling en oefentoets
Week 8: Toets

Toetscijfer (80%) + opdracht folder (10%) + opdracht 'Hoe gezond eet ik?' (10%) = eindcijfer (100%) 

Slide 2 - Tekstslide

Vermelden welke lessen uitvallen
Lesplanning
Koolhydraten: 
  • Herhaling
  • De verschillende koolhydraten
  • Waar zit het in?
  • Glykemische index

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve Leefstijl
Weinig actieve leefstijl

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenopgave 4
Eva is een vrouw van 24 en sport erg veel. Ze eet een avondmaaltijd die 750 kcal bevat.

Hoeveel kcal mag Eva per dag consumeren?
Hoeveel % van de dagelijkse inname bevat de avondmaaltijd?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kcal mag Eva per dag consumeren?
Hoeveel % van de dagelijkse inname bevat de avondmaaltijd?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking oefenopgave 4
Hoeveel kcal mag Eva per dag consumeren?
Eva heeft een actieve leefstijl en mag daarom 2400 kcal per dag consumeren.

Hoeveel % van de dagelijkse inname bevat de avondmaaltijd?
100%=2400kcal, de maaltijd bevat 750 kcal.
2400/100 = 24 = 1%         750/24=31,25%

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet vergeten
  • Voorlichtingsfolder Deadline 16 april inleveren (cijfer) 
  • Verslag "Hoe gezond eet ik" Deadline 30 april (cijfer)
  • Samenvatting filmpje les 6 (voorwaardelijk voor de toets)

Let op: alles moet gedeeld worden in jullie aangemaakte portfolio, deel deze ook met mij. 
Niet op tijd ingeleverd of portfolio niet gedeeld met mij = 1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil herkennen tussen de verschillende koolhydraten 
  • Je kunt aangeven welke producten hoog zijn in koolhydraatgehalte en welke producten laag zijn in koolhydraatgehalte 
  • Je kent de invloed van koolhydraten op je gezondheid in relatie met GI 
  • Je kunt aan de hand van een voedingswaarde tabel toelichten wat ongezond en gezond is.  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is/zijn de functie(s) van koolhydraten in je lichaam?
A
Reservestof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Brandstof

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Disachariden
Oligosachariden
Monosachariden
Polysachariden
Enkelvoudige monosacharide
Twee monosachariden
3 tot 9 monosachariden
Meer dan 9 monosachariden

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Glucose 
  • Een monosacharide 
  • Krijgen we meestal niet direct binnen via voeding
  • Ontstaat wanneer je lichaam een disacharide of zetmeel verteert.  

Slide 13 - Tekstslide

Glucose kun je wel eten, denk aan dextrose of druivensuiker
Wat doet glucose?
De darmwand neemt glucose op en geeft dit door aan het bloed. Daar noemen we de glucose bloedsuiker of bloedglucose. Via het bloed komt het vervolgens terecht in weefsels die het kunnen verbranden, zoals spieren. 

Slide 14 - Tekstslide

De darmwand neemt glucose op en geeft dit door aan het bloed. Daar noemen we de glucose bloedsuiker of bloedglucose. Via het bloed komt het vervolgens terecht in weefsels die het kunnen verbranden, zoals spieren. 
Wat is de bloedsuikerspiegel?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloedsuikerspiegel
  • Glucosegehalte 
  •  Bloedsuikerspiegel
  •  In medische termen  glykemie 

Na het eten van een maaltijd met 
koolhydraten begint de bloedsuiker-
spiegel al vrij snel te stijgen. 

Slide 16 - Tekstslide

Glucosegehalte heet ook wel de bloedsuikerspiegel. In medische termen ook glykemie genoemd. Het lichaam zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel binnen normale grenzen blijft.

Na het eten van een maaltijd met
koolhydraten begint de bloedsuiker-
spiegel al vrij snel te stijgen. 
 

De invloed van koolhydraten
De koolhydraten uit onze voeding hebben een grote invloed op de bloedsuikerspiegel van ons bloed. 

Het getal dat aangeeft in welke mate een koolhydraat de bloedsuikerspiegel in het bloed beïnvloedt, wordt de glykemische index genoemd. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Glykemische index (GI)
Met behulp van deze index kunnen voedingsmiddelen worden ingedeeld op naar hun effect op de bloedsuikerspiegel. 

Hoge GI
Lage GI
worden snel opgenomen
worden langzamer opgenomen
sterke stijging bloedsuikerspiegel
nauwelijks een stijging van de bloedsuikerspiegel
'snelle' of 'slechte' koolhydraten
'langzame' of 'goede' koolhydraten
G.I. van meer dan 70
G.I. van 50 of lager

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk - Ga op onderzoek uit
  • Geef 5 producten die een lage glykemische index (G.I.) hebben; 
  • Geef 5 producten die een hoge glykemische index (G.I.) hebben;
  • Bekijk jouw dagmenu die je hebt bijgehouden voor de opdracht "Hoe gezond eet ik?". Bestaat uit jouw eetpatroon uit veel producten met een hoge of lage GI?
  • Welke adviezen zou jij jezelf geven?

Lever dit in in je portfolio

Slide 20 - Tekstslide

De moderne voeding bestaat veelal uit koolhydraten met een hoge glycemische index, de snelle suikers. Deze suikers zorgen voor een hoge en snelle piek in de bloedsuikerspiegel gevolgd door een dieptepunt. Dit zorgt voor een kort verzadigingsgevoel, meestal krijgt de mens hierdoor al naar 1,5 tot 2 uur weer honger. De voedingsmiddelenindustrie springt hierop in, door producten te ontwikkelen die veel snelle suikers bevatten. Dit zorgt voor een hogere eetfrequentie en meer vetopslag bij de mens. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de volgende slide wordt een filmpje laten zien over de bloedsuikerspiegel. 
Beantwoord de volgende vragen: 
  • Wat zijn de eilandjes van Langerhans?
  • Wat doet het hormoon insuline?
  • Wat is de werking van glucagon? 
  • Hoe wordt de bloedsuikerspiegel geregeld?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 23 - Video

homeostase = in evenwicht zijn.
02:11
Wat zijn de eilandjes van Langerhans?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:12
Eilandjes van Langerhans
  • Liggen in de alvleesklier
  • Endocriene klieren
  • Produceren insuline en glucagon

Slide 25 - Tekstslide

Dit zijn het pancreassap en het gal. Wanneer de voeding in de twaalfvingerige darm terecht komt wordt allereerst de pH geneutraliseerd met behulp van basische afscheidingen uit de wand van de twaalfvingerige darm, de pancreas en het gal. Het pancreassap bevat naast water, natriumbicarbonaat (basische oplossing), diverse enzymen die voor de vertering van de macronutriënten zorgen.

Insuline zorgt ervoor dat je lichaam glucose uit het bloed kan halen. Het verlaagt de bloedsuikerspiegel nadat je gegeten hebt.
 Glucagon doet het tegenovergestelde: het zorgt ervoor dat opgeslagen suiker in de lever vrijkomt als de bloedsuikerspiegel te laag is. Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer.
03:38
Insuline
  • Verlaagd de bloedsuikerspiegel
  • Zorgt ervoor dat bloedsuiker kan worden opgenomen in het lichaam.
  • Het lichaam maakt van bloedsuiker energie om van te leven. 

Slide 26 - Tekstslide

Glucose geeft hier een piek af in het bloed een zogenaamde bloedsuikerpiek. Deze piek zorgt voor de afgifte van het hormoon insuline. Insuline zorgt voor het vervoer van glucose naar de spieren. Wanneer je dit niet direct nodig hebt als energiebron, dan wordt glucose met een chemische reactie omgezet in glycogeen of in vetten. Daarnaast zorgen de hoge suikerpieken voor een dal in het bloedsuiker, waardoor er een hongergevoel ontstaat. 
04:49
Glucagon
  • Wordt aangemaakt in de alvleesklier
  • Verhoogt de bloedsuikerspiegel als die te veel zakt
  • Opgeslagen suiker in de lever komt vrij als de bloedsuikerspiegel te laag is.
  • De bloedsuikerspiegel stijgt weer!  

Slide 27 - Tekstslide

Wanneer het bloedsuiker na een tijdje daalt en er minder glucose beschikbaar is als brandstof, dan wordt er glucagon geproduceerd door de alvleesklier (pancreas). Glucagon zorgt ervoor dat het glycogeen in de lever en/of de spieren wordt afgebroken tot glucose. Glucose komt vervolgens in de bloedbaan terecht en het evenwicht herstelt zich.
04:49
Wat is de werking van glucagon?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

03:38
Wat doet het hormoon insuline?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de bloedsuiker geregeld?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil herkennen tussen de verschillende koolhydraten 
  • Je kunt aangeven welke producten hoog zijn in koolhydraatgehalte en welke producten laag zijn in koolhydraatgehalte 
  • Je kent de invloed van koolhydraten op je gezondheid in relatie met GI 
  • Je kunt aan de hand van een voedingswaarde tabel toelichten wat ongezond en gezond is.  

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies