Present Perfect and Future recap

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

At the end of this lesson...

... you will have practised the Present Perfect one more time.

... you will have made notes (or reviewed them)

... you will have practised the Future

Present Perfect

Word web time!

• Er volgt zo een woordeweb.
• Je moet twee vragen beantwoorden:
  1. Hoe maak je de Present Perfect (de vorm)?
  2. Wat is de reden waarvoor je de Present Perfect gebruikt?

Present Perfect
Hoe maak je het en waarvoor
gebruik je het?

Present Perfect

• Have / has + voltooid deelwoord (=pag. 161 3e rijtje of werkw.+ed)
• Je gebruikt het om te zeggen dat iets in het verleden begonnen is en nu nog te merken of aan de gang is.
  Of om te praten over ervaringen tot nu toe. 

Voorbeeld:

I have lived in London since 2014 (Ben er toen gaan wonen en woon er nu nog.

Welke stappen neem je?

• Er volgen zo een aantal stappen.
• Deze stappen staan door elkaar.
• Jij moet ze in de juiste volgorde zetten.

Schrijf naast je opdracht have/has + voltooid deelwoord.

Kijk in de zin of je have of has moet gebruiken. Schrijf deze alvast op.

Bedenk of het werkwoord in het 3e rijtje op pagina 161 staat (onreg. werkw.) Zo ja, schrijf deze op. 

Zo nee, gebruik dan werkwoord + ed.

Fill in the correct form:
I ________ (visit) Spain many times.

Fill in the correct form:
Mum and dad ________ (live) in this house for 20 years now.

Fill in the correct form:
Susan ________ (lose) her wallet this morning and is searching all day.

Fill in the correct form:
Steven ________ (play) soccer since he was 3 years old.

Future

am/is/are + (not) going to + werkwoord
I am going to tell you about the future.

will + werkwoord

You will understand the future in a few minutes.

Short quiz

Jullie zien een reden voorbij komen waarbij je de future gebruikt. Geef aan of je will of am/is/are going to gebruikt.

Iets aan te bieden

1. Will
2. Am/is/are going to

Beloftes

1. Will
2. Am/is/are going to

Toekomstig plan

1. Will
2. Am/is/are going to

Aankondiging

1. Will
2. Am/is/are going to

Voorspelling MET bewijs

1. Will
2. Am/is/are going to

Voorspelling ZONDER bewijs

1. Will
2. Am/is/are going to

Besluiten

1. Will
2. Am/is/are going to

Will + werkwoord

• iets aan te bieden
• beloftes
• aankondigingen
• besluiten
• voorspellingen ZONDER bewijs.

Bij vragen met I en we gebruiken we shall ipv will

Am/is/are + going to + werkw.

• toekomstig plan
• voorspellingen MET bewijs.

Fill in the correct form:
Look at those clouds! It ________ (rain) soon

Fill in the correct form:
I ________ (help) you with your homework, I promise.

Fill in the correct form:
We ________ (go) to New York next weekend.

Fill in the correct form:
________ I get you a cup of coffee?