Je kunt een vraagstelling bij een onderzoek bedenken.
Je kunt bedenken hoe je een gedragsonderzoek uitvoert en wat je daarvoor nodig hebt.
Je kunt objectief gedrag bestuderen met behulp van een ethogram en een protocol.
Je kunt de resultaten verwerken in een tabel en in een diagram.
Je kunt conclusie trekken aan de hand van je uitgevoerde onderzoek.
Slide 4 - Tekstslide
Onderzoeksvraag
Een goed onderzoek begint met een onderzoeksvraag
Wat wil je te weten komen?!
Slide 5 - Tekstslide
Onderzoeksvraag
Voor gedragsonderzoek moet je de onderzoeksvraag kunnen beantwoorden door een gedragsonderzoek te doen, waarbij je een ethogram en een protocol gaat maken.
Slide 6 - Tekstslide
Een gedragsonderzoek
1. Ethogram:
Lijst van te observeren gedragselementen
2. Protocol:
Overzicht met waargenomen gedragselementen gedurende het onderzoek
Slide 7 - Tekstslide
Hypothese
De hypothese is een verwachting van het antwoord op de onderzoeksvraag, die logisch volgt uit de theorie.
Je schrijft de hypothese altijd in 1 zin!
Slide 8 - Tekstslide
Ethogram
Protocol
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak de onderzoeksvraag, hypothese, het ethogram en het protocol volgens de uitleg in het werkboekje
Klaar?
Steek je hand en laat het ethogram en protocol goedkeuren door de docent
Slide 10 - Tekstslide
Gedrag bestuderen
Plan een goed moment
Neem je ethogram, protocol en een stopwatch mee!
Maak een taakverdeling
Slide 11 - Tekstslide
Gedrag bestuderen
Iemand houdt de tijd bij, iemand noteert
Noteer het gedrag elke 10 seconde voor 15 minuten
Slide 12 - Tekstslide
Objectief beschrijven van gedrag
Gedragsonderzoek is zo feitelijke mogelijk
Objectief: zonder oordeel
Subjectief: met een mening
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk
Voer het gedragsonderzoek uit volgens de uitleg op pagina 5 van het werkboekje