6.4. De iris en de ooglens

Thema 11: Zintuigen


11.3. Het oog
Blz. 195 lesboek
Laptop dicht
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 11: Zintuigen


11.3. Het oog
Blz. 195 lesboek
Laptop dicht

Slide 1 - Tekstslide

wenkbrauwen: Beschermen oog tegen zweetdruppels en ander vocht.
wimpers: Beschermen tegen vuil en fel licht.
harde oogvlies: beschermende laag van het oog.
iris (regenboogvlies):Gekleurde deel van het oog.
pupil: Opening in de iris.
traanklier: Maakt traanvocht.
traanbuis: voert traanvocht af naar de neusholte.

oogspieren
Hiermee beweeg je de ogen.
















Slide 2 - Tekstslide

Het oog
Aantekeningen
  • Wenkbrauw: Beschermt het oog tegen zweet en andere vloeistoffen

  • Wimpers: Beschermt het oog tegen vuil en vel licht 

  • harde oogvlies: Witte gedeelte van het oog.

  • Pupil: Bepaald hoeveel licht er het oog in komt.





Slide 3 - Tekstslide

Noem de organen rondom een oog met de kenmerken en de functies:
Organen rondom een oog:

wenkbrauwen: 
wimpers:
traanklier: 
ooglid: 
traanbuis: 

Slide 4 - Tekstslide

Oog
  • Inwendig oog:
  • Onderdelen plus functie

Slide 5 - Tekstslide

Glasachtig lichaam
Doorzichtig gedeelte binnen in het oog.

Functies:
- vorm van het oog
- houdt het netvlies op zijn plaats


Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Lees 11.3. Het oog (blz. 195 + 196) 
Maak opdracht  1 t/m 7 in BVJMAX
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waarvoor dient de ooglens?

A
De lens zorgt ervoor dat er niet teveel licht in het oog komt.
B
De lens zorgt voor scherpe beelden op het netvlies
C
De lens zet lichtprikkels om in impulsen
D
De lens zet scherpe beelden om in lichtprikkels

Slide 13 - Quizvraag

Als je op je telefoon (of een prijskaartje) kijkt is je ooglens...
A
bol
B
plat

Slide 14 - Quizvraag

hoe heet het scherpstellen van de ooglens
A
Accommoderen
B
Accommodatie
C
Accommodeleren

Slide 15 - Quizvraag

Bij welke foto is de
ooglens het meest plat
qua vorm?
A
de linker foto
B
de rechter foto
C
beide foto's even bol

Slide 16 - Quizvraag

Bij welke foto is de
ooglens het sterkst?
A
de linker foto
B
de rechter foto
C
beide foto's even sterk

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer is je ooglens bol?
A
Bij dichtbij kijken
B
Bij veraf kijken
C
Bij veel licht
D
Bij weinig licht

Slide 18 - Quizvraag

In de verte moet de ooglens meer/minder accommoderen?
A
Meer
B
Minder

Slide 19 - Quizvraag

De ooglens in het plaatje is geaccommodeerd.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer is je ooglens bol?
A
Bij dichtbij kijken
B
Bij veraf kijken
C
Bij veel licht
D
Bij weinig licht

Slide 21 - Quizvraag

In de verte moet de ooglens meer/minder accommoderen?
A
Meer
B
Minder

Slide 22 - Quizvraag

Welke kleur heeft
de iris?
A
Wit
B
Bruin
C
Zwart
D
De iris is niet te zien

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de functie van de pupilreflex?
A
De hoeveelheid licht regelen die op het netvlies valt.
B
De hoeveelheid licht regelen die op het hoornvlies valt.
C
Ervoor zorgen dat er steeds een scherp beeld op het netvlies staat.
D
Ervoor zorgen dat er steeds een scherp beeld op het hoornvlies staat.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de functie van de iris?
A
Scherpstellen
B
Licht doorlaten
C
Regelen hoeveel licht er binnen komt.
D
kleur geven

Slide 25 - Quizvraag

Kringspieren in je iris zorgen voor?
A
pupilreflex: pupil verkleinen
B
pupilreflex: pupil vergroten
C
accommoderen: lens boller
D
accommoderen: lens platter

Slide 26 - Quizvraag

... is een opening in de iris.
A
Netvlies
B
Lens
C
Glasachtig lichaam
D
Pupil

Slide 27 - Quizvraag

Kringspieren in je iris zorgen voor?
A
pupilreflex: pupil verkleinen
B
pupilreflex: pupil vergroten
C
accommoderen: lens boller
D
accommoderen: lens platter

Slide 28 - Quizvraag

Door pupilreflex zijn de kringspieren aangespannen bij
A
Veel invallend licht
B
Weinig invallend licht

Slide 29 - Quizvraag

Wat bescherm je met de pupilreflex?
A
Iris
B
Pupil
C
Vaatvlies
D
Netvlies

Slide 30 - Quizvraag

Door pupilreflex zijn de kringspieren aangespannen bij
A
Veel invallend licht
B
Weinig invallend licht

Slide 31 - Quizvraag