Belegger: iemand die geld investeert in een bedrijf, dienst, product, etc.
Industrialisatie: de uitbreiding van fabrieken en de komst van nieuwe fabrieken.
Slide 4 - Tekstslide
De industriële revolutie
Waar men eerst afhankelijk was van menselijke (thuiswerkers, slaven) en natuurlijke factoren bij handarbeid, windkracht en waterkracht, kon er nu gerekend worden op de stoomkracht.
Slide 5 - Tekstslide
De industrialisatie in Nederland
Er waren vier oorzaken voor de industrialisatie van Nederland.
Omdat handel en landbouw steeds minder opleverden, hielp de overheid met het opzetten van textielfabrieken.
Nederland verwerkte grondstoffen uit Nederlands-Indië tot eindproducten en verkocht deze.
Dankzij de goede ligging van Nederland konden industrieproducten snel verhandeld worden.
Er waren voldoende arbeidskrachten beschikbaar.
Slide 6 - Tekstslide
De industriële revolutie
De mensen trokken van het platteland naar de fabrieken om als arbeider in de fabriek te werken. Dit heet Urbanisatie: een trek van de landelijke gebieden naar de stad, verstedelijking.
Gevolgen:
Industriële samenleving
Ontstaan van industriesteden.
Van (huis)nijverheid industrie.
Slide 7 - Tekstslide
Aardewerkfabriek van Regout in Maastricht (1865)
Slide 8 - Tekstslide
De industriële revolutie
Na 1895 nieuwe energiebronnen (elektriciteit en aardolie) en opkomst nieuwe industrieën (bijv. olie, gloeilampen, chemie).
Industrialisatie Nieuwe banen in industrie en in dienstensector.
Oorzaken snelle industrialisatie na 1895:
Groei wereldhandel (groei Duitse industrie)
Bevolkingsgroei (meer kopers)
Slide 9 - Tekstslide
De industriële revolutie
De hoge productie van de nieuwe fabrieken was erg winstgevend voor de eigenaren van de fabrieken en zorgde voor een grote rijkdom bij deze kapitalisten: aanhangers van kapitalisme, fabriekseigenaren.
Kapitalisme: Vorm van produceren in die is gericht op het behalen van een zo hoog mogelijke winst. Bedrijven zijn in het bezit van mensen en niet van een land.
Slide 10 - Tekstslide
Spotprenten
Kapitalisten worden vaak afgebeeld met:
Pak + hogehoed
Dik en onverzorgd
Met veel geld.
Positief of negatief beeld?
Slide 11 - Tekstslide
Wie heeft de bron gemaakt en waarom denk je dat?
Slide 12 - Open vraag
Transportrevolutie
In Nederland vond eerst een transportrevolutie plaats: grondige modernisering en verbetering van verkeer en transport in de 19e eeuw.
Dit gebeurde door: aanleg van kanalen, verharde wegen en spoorwegen.
Transportrevolutie -> behoefte aan ijzeronderdelen en machines -> industrialisatie in Nederland.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Veranderingen op het platteland.
Het ging ook goed met de landbouw door:
Gebruik stoommachines hogere opbrengst
Uitvinding kunstmest hogere opbrengst
Meer vraag naar zuivelproducten (oorzaak: bevolkingsgroei en stijging van de welvaart)
Mechanisatie: het vervangen van handarbeid door machines minder banen in landbouwsector landarbeiders trokken naar fabrieken in steden.