Omnichannel retailconcept

Omnichannel Retailconcept
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Omnichannel Retailconcept

Slide 1 - Tekstslide

Leervragen
Wat houdt het begrip retailconcept in?
Wat is een doelgroep?
Hoe kun je het assortiment indelen?
Wat is concurrentie?
Hoe maak je een concurrentie analyse?


Slide 2 - Tekstslide

Verkoopkanalen 



 
  • Onlineshopping: al het winkelverkeer online, houdt dus meer in dan alleen een webshop.  
  • Plusshopping: shoppen voor de fun vaak als je wat meer te besteden hebt. Vindt service belangrijk. 
  • Prijsshopping: Deze klant let juist op de prijzen en vindt service ondergeschikt.

Slide 3 - Tekstslide

Retailconcept en winkelformule



 
Onderdelen van de winkelformule:
  • Doelgroep: bv. jongeren, ouderen, modebewust etc.
  • Assortiment: Kernassortiment dit is wat de klant verwacht in winkel en randassortiment dit zijn de aanvullingen op het kernassortiment. 
  • Marktpositie: Plaats die de winkel inneemt in de gehele markt ten opzichte van concurrenten.   

Slide 4 - Tekstslide

Verkoopkanalen 



 
  • Winkels:
     Supermarkt, speciaalzaak, warenhuis, kleinwarenhuis, hypermarkt, ambulante   handel 
  • niet-winkels:
     Een webshop, waar je ook online kan betalen: Bol.com, Zalando, Wehkamp etc. 
    Ambulante handel en colportage
  • Singlechannel: fysieke winkel of webshop 
  • Multichannel: via verschillend mediums communicatie klant.
  • Crosschannel: online bestellen fysiek afhalen bv. 
  • Omnichannel: mix van; fysiek, website, app, folder etc. 

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw assortiment 



 
  • Assortimentsgroepen:
    Hier zie je de opbouw
    van een assortiment
    Van bijvoorbeeld een 
    winkel met servies. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Assortimentsbreedte en diepte



 
Assortimentsbreedte en diepte 

  • Hema?
  • Kaasspeciaalzaak?
  • Aldi?
  • Jumbo?
  • V&D?
  • Blokker (online)?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is concurrentie?

Slide 10 - Woordweb

Concurrentie
Meerdere bedrijven willen dezelfde klant

Slide 11 - Tekstslide

Hoe noem je de groep
mensen die een
bedrijf als klant wil?

Slide 12 - Woordweb

Hoe noem je de groep mensen die een bedrijf als klant wil?
Doelgroep

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het voordeel van
concurrentie?

Slide 14 - Woordweb

Voordelen van concurrentie

Concurrentie houdt je scherp, het dwingt je om anderen een stap voor te zijn en geeft je een kans om je te onderscheiden




Goede assortimentskennis
Thuis bezorging
Unieke locatie
Een extraatje dat de klant verrast
Voorbeelden

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het nadeel van
concurrentie?

Slide 16 - Woordweb

Nadeel van concurrentie

Je kunt klanten / omzet mislopen


Slide 17 - Tekstslide

Noem voorbeelden
hoe je een klant
kunt verliezen aan
een concurrent?

Slide 18 - Woordweb

Hoe kun je er achter
komen wie je
concurrenten zijn?

Slide 19 - Woordweb

Hoe vind je jouw concurrenten?

Omgeving check: welke bedrijven zitten er in de buurt?
Internet: welke soortgelijke bedrijven vind je online?
Klanten vragen (Wees hier voorzichtig mee, niet iedereen voelt zich prettig om deze informatie te delen)



Slide 20 - Tekstslide

Wat is een
concurrent van de Albert Heijn?

Slide 21 - Woordweb

Wat is een concurrentie analyse? 
Een onderzoek om de sterke en zwakke kanten van je concurrenten in beeld te brengen

Slide 22 - Tekstslide

Welk soort vragen stel je in een concurrentie analyse
Welke producten of diensten biedt de ander aan
Op welke manieren maken zij reclame
Hoe vakbekwaam zijn de medewerkers
Hoe zit het met gastvrijheid?
Hoe ziet de winkel eruit?
Hoe zijn ze bereikbaar? (meerdere kanalen?)

Slide 23 - Tekstslide

Welk soort vragen stel je in een concurrentie analyse
Je baseert al je vragen op de 6 P's:
Product, Plaats, Prijs, Presentatie, Promotie, Personeel

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Concurrentie Profiel
Uiteindelijk stel je een concurrentie profiel op:

Slide 26 - Tekstslide