Niet alleen supermarkten hebben zelfscan maar ook andere winkels. Welke ken je?
Slide 4 - Open vraag
Speciaalzaak
Verkoopt producten uit 1 artikelgroep
Gespecialiseerd in een bepaalde producten
In de meeste speciaalzaken kan de klant zichzelf bedienen.
Slide 5 - Tekstslide
Welke winkels met alleen bediening ken je?
Slide 6 - Open vraag
Warenhuis
Een warenhuis is een grote winkel met verschillende artikelen. Je kunt er bijv. speelgoed, kleding, schrijfwaren, eten kopen.
Slide 7 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een warenhuis
Slide 8 - Open vraag
Er zijn ook kleinwarenhuizen. Een voorbeeld hiervan is
A
HEMA
B
Mediamarkt
C
Albert Heijn
Slide 9 - Quizvraag
Hypermarkt
Bestaat vooral uit het buitenland bijv. Frankrijk of Belgie. Het is een warenhuisachtige supermarkt.
Breed assortiment food en non food: veel verschillende soorten producten
Diep assortiment: veel keuze uit 1 artikelgroep bijv veel soorten brood.
Slide 10 - Tekstslide
Webshop
De producten worden thuisbezorgd of afgehaald.
Het afhaalpunt kan een fysieke winkel zijn.
Betalen kan bijv. met IDEAL, Afterpay, creditcard
Slide 11 - Tekstslide
Ambulante handel
Is een handel die zich verplaatst zoals de markt.
Slide 12 - Tekstslide
Singlechannel
Consument kan maar via 1 kanaal kopen.
Denk aan de een traditionele winkel in de winkelstraat.
Slide 13 - Tekstslide
Noem een winkel waar je maar via 1 kanaal kunt kopen
Slide 14 - Open vraag
Multichannel
Klanten kunnen via meerdere kanalen producten kopen.
Bijv online en in een winkel. De winkel en online zijn niet op elkaar afgestemd.
Slide 15 - Tekstslide
Deze winkel maakt gebruikt van multichannel
A
Kringloopwinkel
B
Action
Slide 16 - Quizvraag
Croschannel
Een consument kan via meerdere verkoopkanalen producten kopen. De consument kan kiezen om artikelen online te bestellen maar fysiek af te halen. Denk aan Hema of Ikea.
Slide 17 - Tekstslide
Omnichannel
Verkoopkanalen lopen door elkaar. De consument kan bij aankoop verschillende kanalen door elkaar gebruiken. De klant kan bijv. online voorraad bekijken van een filiaal naar keuze.
Hij kan het artikel online reserveren en in de winkel afhalen.
Slide 18 - Tekstslide
Sommige winkels hebben een BUZ systeem. De klant weegt zijn producten zelf af en scant de producten bij de kassa zelf. Noem een winkel waar dit kan.
Slide 19 - Open vraag
VERKOOPSYSTEMEN
4 Verkoopsystemen
zelfbediening (supermarkt)
bediening (banketbakker)
zelfkeuze (schoenenwinkel)
semi-zelfbediening (supermarkt vb vleesafdeling)
Type verkoopsysteem heeft invloed op:
duur van het verkoopgesprek
mate waarin je ingaat op eigenschappen van artikel/advies en informeren
aantal vragen dat je stelt in het verkoopkoopgesprek
Slide 20 - Tekstslide
Noem een winkel met zelfbediening
Slide 21 - Open vraag
Semi-zelfbediening: de klant wordt bij bepaalde producten geholpen en bij andere niet. Noem een winkel waarbij dit zo is.
Slide 22 - Open vraag
Aan de slag
maken opdrachten 14 t/m 16
Slide 23 - Tekstslide
1.9 Assortiment
Slide 24 - Tekstslide
Waar hebben we het de vorige les over gehad?
Slide 25 - Open vraag
- Op het einde van deze les kun je benoemen wat een assortiment is.
- Je kunt in de winkel of verkooppunt zien of deze gebruikt maakt van een kern- en randassortiment.
- Daarnaast weet je dat een winkel assortimentsgroepen, artikelgroepen, artikelsoorten en artikelvariëteiten heeft.
Slide 26 - Tekstslide
Het ASSORTIMENT bestaat uit alle producten die worden verkocht in een winkel of verkooppunt.
Slide 27 - Tekstslide
Het assortiment kunt je onderverdelen;
- Kern- en randassortiment
- Assortimentsgroepen
- Assortimentsbreedte en assortimentsdiepte
Slide 28 - Tekstslide
Kern- en randassortiment
Het kernassortiment is het gedeelte van het assortiment dat bestaat uit de producten die het best worden verkocht.
Artikelen die een aanvulling hierop zijn behoren tot het randassortiment.
Slide 29 - Tekstslide
noem een voorbeeld van het kernassortiment bij de bakker.
Slide 30 - Woordweb
noem een voorbeeld van het randassortiment bij de bakker
Slide 31 - Woordweb
Assortimentsgroepen
Slide 32 - Tekstslide
Verkoopsystemen
Assortiments
groep
artikel
groepen
artikel
soorten
artikel
variëteiten
bierglazen
theeglazen
limonadeglazen
lage theeglazen
hoge theeglazen
servies
pannen
schoonmaakartikelen
glazen
borden
complete serviezen
Slide 33 - Sleepvraag
Het assortiment kan breed, smal, diep of ondiep zijn.
Een breed assortiment bestaat uit veel verschillende artikelgroepen, een smal assortiment niet. Als je assortiment ook diep is, dan heb je binnen de artikelgroepen veel keus is merken, modellen en typen.
Assortimentsbreedte en assortimentsdiepte
Slide 34 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een breed assortiment.
Slide 35 - Open vraag
De supermarkt is een voorbeeld van een ...
A
breed assortiment
B
diep assortiment
C
ondiep assortiment
D
smal assortiment
Slide 36 - Quizvraag
Wat weet je nog van deze les?
Slide 37 - Woordweb
OPDRACHT
Maak opdracht 17 en 18.
Ben je klaar onderstreep de belangrijke zinnen en maak de extra opdrachten.