15.1+15.2 Energiestromen en Populaties

H15: Kwetsbare ecosystemen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H15: Kwetsbare ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

5. Waar of niet waar?
Consumenten zijn niet zuinig met energie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

5. Waar of niet waar?
Producenten gebruiken een deel van de door hun vastgelegde energie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

5. Waar of niet waar?
Niet alle producenten belanden in de maag van consumenten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste beschrijving van een levensgemeenschap?
A
individuen van een Individuen van een soort die aan voortplanting doen
B
alle organismen in een bepaald gebied
C
Een populatie organismen in een bepaald gebied
D
Alle populaties in een bepaald gebied

Slide 15 - Quizvraag

Wat is één van de kenmerken van een populatie?
A
organismen in een bepaald gebied die elkaar beïnvloeden
B
de organismen wonen in hetzelfde gebied
C
individuen van de soort kunnen zich onderling voortplanten
D
Alle biotische en abiotische factoren in 1 gebied

Slide 16 - Quizvraag

Welk van de volgende factoren is een dichtheid- onafhankelijke factor?
A
regenval
B
parasitisme
C
emigratie
D
predatie

Slide 17 - Quizvraag

Welk van de volgende voorbeelden bevorderen de vruchtbaarheid van de bodem
A
Aanwezigheid van veel vocht
B
Genoeg metalen in de bodem
C
De aanwezigheid van zand
D
Veel humus in de bodem

Slide 18 - Quizvraag

Wat wordt bestudeerd in de ecologie?
A
Alleen de voedselrelatie tussen individuen
B
De relaties tussen ecosystemen
C
De abiotische organisatie in het milieu
D
De relaties tussen organismen

Slide 19 - Quizvraag

Welk organisme bevind zich in het eerste trofische niveau?
A
De valk
B
De koolmees
C
De haai
D
De klimop

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

1. Een populatie groeit door geboorte en ...
A
Immigratie
B
Emigratie

Slide 36 - Quizvraag

1. Soorten kunnen zich gemakkelijk in een nieuw gebied vestigen als er ... is.
A
een geschikt habitat
B
concurrentie

Slide 37 - Quizvraag

1. Sterft een groot deel van de populatie en is er geen immigratie dan is er sprake van een ...
A
flessenhals effect
B
founder effect

Slide 38 - Quizvraag

1. Bij kolonisatie van twee eilanden leeft het grootste aantal soorten op het eiland ... het vaste land
A
dichtbij
B
ver weg

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide