Les 7 - V4 - 90 min - escribir sobre una excursión y terminar carta

Clase de español - V4
jueves, 14 de abril de 2022

Objetivo de la clase
Terminar la carta

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Clase de español - V4
jueves, 14 de abril de 2022

Objetivo de la clase
Terminar la carta

Slide 1 - Tekstslide

La clase anterior
Escribiste sobre una excursión a un monumento o sobre
una excursión a un fenómeno de la naturaleza?
¿Qué monumento / fenómeno de la naturaleza visitaste?
timer
1:30

Slide 2 - Open vraag

Los deberes para hoy

Slide 3 - Tekstslide

Repasar vocabulario y gramática

Slide 4 - Tekstslide

Traduce al holandés
1. maravilloso - 2. suave - 3. extraño - 4. así - 5. duro
6. lejos - 7. temprano - 8. mismo - 9. cansado
10. propio
timer
3:00

Slide 5 - Open vraag

Escribe la forma
correcta del indefinido:
1. Yo (dormir)
2. nosotros (poder)
3. ellos (estar)
4. Mi amigo y yo ( tener)
5. Yo (levantarse)
timer
2:00

Slide 6 - Open vraag

Traduce al español:
1. We gingen naar een landgoed.
2. In deze stad waren veel gebouwen.
3. Er was veel lawaai.
4. Ik zag een vogel.
5. Er waren ook dolfijnen.
timer
3:00
¿Indefinido o imperfecto?
Wat kon je ook al weer doen, als je niet weet welke verleden tijd je moet gebruiken?

Slide 7 - Open vraag

Errores frecuentes

Slide 8 - Tekstslide

Corrige los errores en tu cuaderno
1. Fuimos en Medellín.
2. Viajamos con el coche.
3. Es un grande y bonito monumento.
4. Es un muy grande plaza.
5. La torre es en el centro.
6. En el segundo día visitados la estatua.




La solución
1. Fuimos a Medellín. (a =  naar en = in)
2. Viajamos en coche. (transport altijd met en)
3. Es un monumento grande y bonito. (bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord)
4. Es un plaza muy grande. (plaza, vrouwelijk en bijvoeglijk naamwoord achter).
5. La torre está en el centro. (als het zich ergens bevindt/ligt/hangt is het estar).
6. En el segundo día visitamos la estatua. (indefinido van visitar)

Slide 9 - Tekstslide

Corregir y terminar 3a párrafo
Schrijf het 3e deel van je brief over een excursie die je hebt gedaan naar een monument/natuurverschijnsel Verwerk hierin het volgende
  • minimaal 3 bijvoeglijke naamwoorden uit de lijst uit je reader
  • Wanneer heb je het monument/natuurverschijnsel bezocht?
  • Leg uit wat het monument inhoudt (wat is het, wat was het vroeger)
  • Waar ligt deze bezienswaardigheid?
  • Hoe ging je ernaar toe en met wie?
  • Geef een beschrijving van deze bezienswaardigheid
  • Leg uit wat je van de excursie of van het monument vond.


timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf het einde van je brief in het Nederlands.
Wanneer gingen jullie terug naar NL.
Vertel kort hoe die reis was.
Wat vond je van je vakantie en waarom?
Schrijf een mooie zin om je brief af te sluiten.
timer
5:00

Slide 11 - Open vraag

Schrijf dezelfde tekst in het Spaans met de feedback
van je docent erin verwerkt.
Aan het eind schrijf je.
Saludos,
Jouw naam
timer
15:00

Slide 12 - Open vraag

Wat is een goede tip als je niet weet welke verleden tijd je in een zin moet gebruiken.

Slide 13 - Open vraag

Ik heb de klassikaal gegeven feedback op (veel voorkomende fouten) verwerkt in mijn stukjes in de brief (of ik heb hiervan aantekeningen gemaakt in mijn schrift).
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Ik weet nu wanneer ik de indefinido en de imperfecto in mijn brief moet toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Ik vond deze les ..

(meer antwoorden zijn mogelijk)
A
makkelijk
B
moeilijk
C
nuttig
D
niet nuttig

Slide 16 - Quizvraag

Ik kan in het Spaans over een excursie naar een monument of natuurverschijnsel schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

In de alinea over natuurverschijnsel begreep ik wanneer ik een indefinido moest gebruiken of een imperfecto.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Ik vond deze les ..

(meer antwoorden zijn mogelijk)
A
makkelijk
B
moeilijk
C
nuttig
D
niet nuttig

Slide 19 - Quizvraag

Los deberes para después de las vacaciones
están en magister

Slide 20 - Tekstslide