01. Transport - Week 1
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Bloedplasma is lichter dan rode bloedcellen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel liter bloed heeft een volwassen mens gemiddeld?
A
1 tot 2 liter
B
3 tot 4 liter
C
5 tot 6 liter
D
7 tot 8 liter
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Welk onderdeel van het bloed vervoert zuurstof?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatsjes
D
Bloedplasma
Slide 9 - Quizvraag
Welk onderdeel van het bloed maakt ziekteverwekkers onschadelijk?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatsjes
D
Bloedplasma
Slide 10 - Quizvraag
Welk onderdeel van het bloed heeft de volgende kenmerken; cellen zonder celkern?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatsjes
D
Bloedplasma
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Hoe heet het eiwit in rode bloedcellen?
Slide 13 - Open vraag
Welke stoffen kan hemoglobine vervoeren?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Stikstof
D
Overige gassen
Slide 14 - Quizvraag
Waar worden rode bloedcellen gemaakt?
A
Lever
B
Milt
C
Rode beenmerg
D
Hart
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Bloedserum is bloedplasma zonder ...?
A
Fibrine
B
Fibrogeen
C
Rode bloedcellen
D
Bloedplasma
Slide 17 - Quizvraag
Welke onderdelen van het bloed zijn betrokken bij de bloedstolling?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplasma
D
Plasma-eiwitten
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Hoe wordt het insluiten van ziekteverwekkers door witte bloedcellen genoemd?
Slide 20 - Open vraag
Verschillende witte bloedcellen werken verschillend
A
Waar
B
Niet waar
