§5.1 Geluid maken en ontvangen

§5.1 Geluid maken en ontvangen
Ontstaan van geluid:
Geluidsbron: alles wat geluid maakt.
Door het trillen van het voorwerp gaat de lucht mee trillen,
deze trilling in de lucht wordt in de oren opgevangen.
Geluid is een wisselende druk in de lucht,
die zich als een golf voortplant; ontstaat als een voorwerp trilt.
Bij de stem zijn het de stembanden die trillen.
Bij een piano, gitaar, viool, … trillen de snaren.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

§5.1 Geluid maken en ontvangen
Ontstaan van geluid:
Geluidsbron: alles wat geluid maakt.
Door het trillen van het voorwerp gaat de lucht mee trillen,
deze trilling in de lucht wordt in de oren opgevangen.
Geluid is een wisselende druk in de lucht,
die zich als een golf voortplant; ontstaat als een voorwerp trilt.
Bij de stem zijn het de stembanden die trillen.
Bij een piano, gitaar, viool, … trillen de snaren.

Slide 1 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
Geluidsgolven
Geluidsgolf is een stroom van afwisselend hogere en lagere druk.
Een geluidsgolf bereikt je oor doordat de moleculen rond de geluidsbron door elkaar en tegen elkaar botsen.
Geluid wordt doorgegeven via een tussenstof, medium.
Bijvoorbeeld: lucht (g)
                             water (l)
                              metaal (s)


Slide 2 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
Voor het waarnemen van geluid zijn 3 dingen nodig:
  • Geluidsbron; bron die een snelle trilling maakt
  • Tussenstof = medium = geluidsdrager (lucht, water, …) 
  • Ontvanger (gehoororgaan, microfoon, …)



Slide 3 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
Geluid horen:
Geluidsbron ⟹ geluidsgolven via medium
⟹ oorschelp ⟹ gehoorgang ⟹ trommelvlies ⟹ gehoorbeentjes 
⟹ beweging vloeistof in het slakkenhuis 
⟹ trillen van de haartjes 
⟹ omzetting naar elektrische signalen
⟹ gehoorzenuw ⟹ hersenen




Slide 4 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
Geluid heeft tijd nodig:
Als er onweer is kun je twee verschillende dingen waarnemen:
Je ziet een bliksemflits. Dit is een geweldig grote vonk.
Je hoort het geluid, dat door de flits ontstaat. Je hoort de donder. 
Er zit een bepaalde tijd tussen het zien van de flits en
                                                                het horen van de donder.
Een trilling heeft tijd nodig om zich door een stof te verspreiden; geluid ook.
Geluid verspreidt zich door de lucht met een snelheid van 343m/s.




Slide 5 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
Geluidssnelheid:
In dezelfde tussenstof verspreidt geluid zich met een constante snelheid.
Deze constante snelheid is dus ook de gemiddelde snelheid van het geluid.

Met geluid kun je dus een afstand berekenen.
Dit kan weer met de formule:             afstand = gemiddelde snelheid x tijd
   ofwel                                                                         s = vgem x t






Slide 6 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
Echo:
Trillingen kunnen, net als licht, teruggekaatst worden door bepaalde voorwerpen. Als dit gebeurt, kun je een echo waarnemen.

Een mens kan geluiden horen tussen de 20 Hz en 20kHz;
dit varieert van persoon tot persoon en wordt beïnvloed door leeftijd, gezondheid, gehoorbeschadiging en dergelijke.





Slide 7 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
Opdrachten voor de volgende les.
Noteer via gegeven, gevraagd, oplossing
de antwoorden in je schrift/klapper (A4-formaat)

Slide 8 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
1. Zoek de “voortplantingssnelheid van geluid” op in het BINAS:
a. In welke stof is de geluidssnelheid het grootst?
b. In welke stof is de geluidssnelheid het kleinst?
c. Wat is de geluidssnelheid van lucht? 2 antwoorden.
d. Hoeveel graden Celsius is 288K?

Slide 9 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
2. Tijdens de training voor een atletiekwedstrijd maken de atleten een proefstart om te wennen aan de starter.
Omdat het stadion leeg is, weerkaatst de lege tribune het geluid.
De starter hoort na 0,950 s de echo van het startschot.
Bereken hoe groot de afstand tussen de starter en de tribune is.


Slide 10 - Tekstslide

Opgave 3

Slide 11 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
3. In voorgaande figuur staan twee schaatsers klaar voor de start.
De schaatsers staan niet op één lijn omdat de schaatser in de buitenbaan dan meer meters zou rijden.
Diegene die het startschot lost, moet volgens de regels, beide schaatsers kunnen zien, zie figuur 1a.
De luchttemperatuur is 0˚C.
a. Bereken na hoeveel tijd schaatser 1 het startschot hoort.
b. Bereken na hoeveel tijd schaatser 2 het startschot hoort.



Slide 12 - Tekstslide

§5.1 Geluid maken en ontvangen
3. In voorgaande figuur staan twee schaatsers klaar voor de start.
Diegene die het startschot lost, moet volgens de regels, beide schaatsers kunnen zien, zie figuur.
De luchttemperatuur is 0˚C.
Dit verschil (een probleem) willen ze oplossen door twee luidsprekers
te plaatsen, zie figuur 1b.
c. Waarom is dit geen oplossing van het probleem?
d. Hoe kan dit wel worden opgelost?




Slide 13 - Tekstslide