chap 3 alles

Bonjour!!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!!

Slide 1 - Tekstslide

Programme
- répétez les verber-ir
-répétez la grammaire
- écris un mail
- au travail en ligne

Slide 2 - Tekstslide

Buts d'aujourd'hui
- Ik kan de regelmatige werkwoorden die eindigen op -ir vervoegen in de présent & passé composé
- Ik oefen mijn leesvaardigheid rondom het thema idool
-ik kan een lijdvw vervangen

Slide 3 - Tekstslide

Bron G

Op verbuga.eu oefen je met de werkwoorden die eindigen op -ir: choisir, remplir, réussir etc.
Dit doe je in de présent & passé composé

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Neem over en vul in:
je (rougir)

Slide 7 - Open vraag

Neem over en vul in:
nous (réfléchir)

Slide 8 - Open vraag

Neem over en vul in:
tu (grandir)

Slide 9 - Open vraag

Neem over en vul in:
Marc et Piet (finir)

Slide 10 - Open vraag

Neem over en vul in:
vous (choisir)

Slide 11 - Open vraag

Neem over en vul in (p.c.):
je __ ____ (rougir)

Slide 12 - Open vraag

Neem over en vul in (p.c.):
il __ ____ (réussir)

Slide 13 - Open vraag

Neem over en vul in (p.c.):
elles __ ____ (choisir)

Slide 14 - Open vraag

ÉCRIRE

Slide 15 - Tekstslide

Tu peux finir le message à Stromae pendant le cours.

Si tu n'arrives pas à le finir, finis le à la maison comme devoirs.

Slide 16 - Tekstslide

Vervang het lijdend voorwerp in deze zin door un pronom personnel:
je donne le livre à mon frère.
A
Je donne le à mon frère
B
Je la donne à mon frère
C
Je lui donne à mon frère
D
Je le donne à mon frère

Slide 17 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp in deze zin door un pronom personnel: je donne les cadeaux à mon amie
A
Je donne les à mon amie
B
Je leur donne à mon amie
C
Je lui donne à mon amie
D
Je les donne à mon amie

Slide 18 - Quizvraag

Vervang het lv door een pronom personnel: Robert va donner les livres à ses amis
A
Robert les va donner à ses amis
B
Robert va les donner à ses amis

Slide 19 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp (COD) door een pronom personnel. Maak een hele zin.
"Anne regarde la télé"

Slide 20 - Open vraag

Vervang het lijdend voorwerp (COD) door een pronom personnel. Maak een hele zin.
"Pierre aime manger les pommes"

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Exercice: écris un message à Stromae
Écris un petit texte d'environ 30 mots sur lui (hem).
Utilise les phrases-clés.

Dis: - que tu es fan de Stromae
        - pourquoi tu l'aimes bien ( donne deux arguments
        - combien de fois tu l'as rencontré
        - si tu as déjà son autographe ou pas.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Devoirs:



Faites bron H  en ligne (26, 27, 28 & 29a)

Apprenez voca F & H
& les phrases clés J

Slide 25 - Tekstslide

La fin
Qu'est-ce que tu as appris dans ce cours?

Tu vas regarder Lupin?


Slide 26 - Tekstslide