Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling AK H4 1mh
Herhalingsles - 4.1 t/m 4.3
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhalingsles - 4.1 t/m 4.3
Slide 1 - Tekstslide
In welk continent ligt Bangladesh?
A
Zuid-Amerika
B
Afrika
C
Azië
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent het begrip
scharreleconomie?
A
Deel van de economie waarin mensen geen vaste baan hebben, de informele sector.
B
De rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden.
C
Dat zijn alle mensen die tegen betaling werken, plus de werklozen.
D
Deel van de economie waarvan zaken officieel worden opgeschreven.
Slide 3 - Quizvraag
Wat hoort bij rijke en arme landen?
Hier zijn veel welvaartziektes.
Klassen zijn groot en niet iedereen kan naar school.
Mensen worden eerder ziek omdat ze vaak hetzelfde eten en er geen schoon water is.
Als je niet kan werken, krijg je een uitkering.
Sleep naar de juiste plek
Rijk land
Rijk land
Arm land
Arm land
Slide 4 - Sleepvraag
I: In arme landen verdienen mensen minder, maar het leven is wel goedkoper.
II: In rijke landen werken de meeste mensen in de industrie.
Welke stellingen zijn juist?
A
I: is juist II: is juist
B
I: is juist II: is onjuist
C
I: is onjuist II: is juist
D
I: is onjuist II: is onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Wat is welvaart?
A
De hoeveelheid goederen of diensten die je voor 1 dollar of euro kunt kopen.
B
De rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden.
C
De rijkdom van een land gemeten op basis van geld.
D
Als mensen minder dan 1,25 dollar per dag te besteden hebben.
Slide 6 - Quizvraag
Naar welke 3 levensomstandigheden kijken we bij
welzijn
?
A
Gezondheid, Onderwijs, Uitkeringen.
B
Gezondheid, Onderwijs, Bnp/hoofd.
C
Koopkracht, Onderwijs, Welvaartziektes.
D
Onderwijs, Gezondheid, Koopkracht.
Slide 7 - Quizvraag
Wat kan er met je gezondheid gebeuren als je zoals Samia vaak eenzijdig eet en geen schoondrinkwater hebt?
Leg je antwoord uit.
Slide 8 - Open vraag
In welke 3 groepen kunnen we de wereld indelen op basis van welvaart?
Slide 9 - Open vraag
Sleep de groepen
koplopers
,
volgers
,
achterblijvers
naar het juiste land:
Bangladesh is een...
Nederland is een...
Brazilië is een...
Koploper
Volger
Achterblijver
Slide 10 - Sleepvraag
Waarom verplaatsen arbeidsintensieve bedrijven hun bedrijf vaak naar lageloonlanden?
Slide 11 - Open vraag
Hoe meet je welvaart?
A
Het aantal inwoners van een land keer het bedrag dat een land per jaar verdient.
B
Het bedrag dat een land per jaar verdient, gedeeld door het aantal inwoners van een land.
C
Aantal inwoners van een land gedeeld door het bedrag dat een land per jaar verdient.
D
Het aantal inwoners van een land gedeeld door het aantal mensen die onder de armoedegrens leven.
Slide 12 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij deze zin:
'Verschillen tussen rijke en arme gebieden binnen een land'.
A
Sociale ongelijkheid
B
Armoedegrens
C
Achterblijvers
D
Regionale ongelijkheid
Slide 13 - Quizvraag
Formele sector
Wat is het verschil tussen
de formele en informele sector?
Sleepopdracht:
Informele sector
Niet officieel
Wel officieel
Vast inkomen
Wisselend inkomen
Uitkering bij ziekte
Geen uitkering bij ziekte
bankmedewerker
Straatverkoper
Slide 14 - Sleepvraag
De beroepsbevolking van een land kun je in 3 groepen verdelen...
Slide 15 - Open vraag
Bij welke groep van de beroepsbevolking hoort het werk van Samia?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
D
Koplopers
Slide 16 - Quizvraag
Welke stelling is juist?
I: In arme landen is de levensverwachting hoger dan in rijke landen.
Zijn de uitspraken waar?
II: In rijke landen kunnen de meeste mensen lezen en schrijven.
A
Uitspraak I is waar. Uitspraak II is niet waar.
B
Uitspraak I is waar. Uitspraak II is niet waar.
C
Uitspraak I is niet waar. Uitspraak II is niet waar.
D
Uitspraak I is niet waar. Uitspraak II is is waar.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is geen vestigingsfactor?
A
Nederland is goed bereikbaar
B
Nederland werkt vooral voor zichzelf en niet voor het buitenland
C
Nederlandse bevolking is goed opgeleid
D
Nederland is betrouwbaar
Slide 18 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
'armste landen waarin veel mensen in de landbouw werken'.
A
Informele sector
B
Volgers
C
Achterblijvers
D
Armoedegrens
Slide 19 - Quizvraag
Noteer de ontbrekende woorden op de plaats van de letters X en Y.
Nederland verdient geld met het uitvoeren van producten. Het grootste deel van de Nederlandse <X> werkt in de <Y>-sector.
A
X mensen Y diensten
B
X beroepsbevolking Y diensten
C
X beroepsbevolking Y landbouw
D
X landbouw Y industrie
Slide 20 - Quizvraag
Tijd over?
Wat kun je nog doen?
Kijken wat je fout had
Begrippen oefenen
Samenvatting maken
Voorbereiden op de toets:
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
M&M - H1 - 1.4 Verschillen in de wereld
September 2024
- Les met
20 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
H1 par 1.3 en 1.4
Oktober 2022
- Les met
24 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Klas 1C - Herhalingsles H4 (4.1 t/m 4.3)
Juni 2022
- Les met
16 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
H1 herhaling
Oktober 2022
- Les met
13 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
verschillen in de wereld
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1.4 Verschillen in de wereld
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
1.4 Verschillen in de wereld
September 2022
- Les met
11 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Oefenen voor de toets H1
September 2024
- Les met
20 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1