Ondernemers investeerden winsten uit de koloniën in industrie en transport in Groot-Brittannië, waar eerst vaarwegen en daarna spoorwegen werden aangelegd. Grondstoffen, met name katoen, kwamen uit de koloniën in het Caribische gebied, uit de Verenigde Staten en uit India. Daarnaast werd vooral India in de loop van de 19e eeuw een steeds belangrijkere
afzetmarkt voor de katoenindustrie. De Britse markt werd gevoelig voor gebeurtenissen op mondiaal niveau.