Jong & Oud H7

JONG EN OUD H7
Senioren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

JONG EN OUD H7
Senioren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
• Je weet het verschil tussen de AOW en pensioen
• Je snapt hoe er bij pensioenen sprake is van ruilen over tijd
• Je kunt uitleggen wat een omslagstelsel en kapitaaldekkingsstelsel is en kunt een voorbeeld geven waarbij dit stelsel wordt toegepast.
• Je kunt twee verschillen noemen tussen een omslagstelsel en een kapitaaldekkingsstelsel.

Slide 2 - Tekstslide

Inkomen senioren

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

AOW
Algemene Ouderdoms Wet

Als je met pensioen gaat dan heb je recht op een AOW
Dat is 70% van het minimumloon 
(en ongeveer 50% wanneer je samenwoont)

De AOW wordt betaald uit de belastingen van de werkenden.


Slide 5 - Tekstslide

De AOW
  • De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
  • De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
  • Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Slide 6 - Tekstslide

Bevolkingspyramides NL

Slide 7 - Tekstslide

Pensioen
  • kapitaaldekkingsstelsel: De uitkeringen worden gedaan van een kapitaal dat in de loop van de tijd is opgebouwd bij een pensioenfonds (je hebt zelf de premies ingelegd! )

Slide 8 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel 
  • Bijvoorbeeld een Bedrijfsspensioen. Dit is afhankelijk van aantal deelgenomen jaren (hoeveel premie is betaald)

Slide 9 - Tekstslide

(bedrijfs)pensioen uitgelegd....
  • Werknemers zijn verplicht pensioen op te bouwen bij het pensioenfonds waarbij de werkgever is aangesloten.
  • Het pensioenfonds werkt als een verzekering: je betaalt premie, het fonds beheert 'de pot' en 
  • Je ontvangt een uitkering als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt (75% van het gemiddeld verdiende loon).

Je pensioenleeftijd is gelijk aan de AOW-leeftijd, eerder met pensioen kan onder voorwaarden.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Pensioenfondsen beleggen de ontvangen premies in:
  • aandelen             mede eigenaar van een bedrijf
                                  rendement = dividend en koerswinst (of verlies)
  • obligaties            lening met een vaste rente en vaste looptijd
                                  rendement = rente en koerswinst (of verlies)
  • hypotheken         lening met onderpand
                                  rendement = de ontvangen rente
  • onroerend goed    eigenaar van het onroerend goed
                                    rendement = huur en waardestijging (of daling)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Bij welke belegging heeft een pensioenfonds kans op het meeste rendement?
A
aandelen
B
obligaties
C
hypotheken
D
onroerend goed

Slide 14 - Quizvraag

Bij welke belegging loopt een pensioenfonds het meeste risico?
A
aandelen
B
obligaties
C
hypotheken
D
onroerend goed

Slide 15 - Quizvraag

Wie betaalt het bedrijfspensioen van nu?
A
de jeugd van nu
B
de werkenden van nu
C
de werkenden uit het verleden
D
de staat

Slide 16 - Quizvraag

AOW
Bedrijfspensioen
Eigen middelen
Omslagstelsel
Kapitaaldekkingstelsel

Slide 17 - Sleepvraag

Hoe houden we de AOW betaalbaar?

Slide 18 - Woordweb

Hoe houden we de AOW betaalbaar?
- de AOW-leeftijd te verhogen van 65 naar 67 jaar
- de premies + loonbelasting te verhogen
- de AOW-uitkeringen te verlagen;
- de arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname) te laten toenemen;
- de AOW-ers ook AOW-premie te laten betalen;
- de AOW niet meer aan iedereen te geven, maar alleen aan 
   ouderen met geen of een laag pensioen.

Slide 19 - Tekstslide

Ga nu maken:
opdracht 7.3 t/m 7.6

Slide 20 - Tekstslide