P.T.T.S

PTSS
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PTSS

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Theorie PTSS
  • Documentaire
  • Maken verwerkingsopdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij PTSS?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent PTSS?
A
Post dramatische stoornis
B
Posttraumatische stoornis
C
Postnatale stoornis
D
Prenatale stoornis

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

P.T.S.S
PTSS of ook wel posttraumatische-stressstoornis is een verzameling van klachten na een traumatische of schokkende gebeurtenis

 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een paar symptomen..

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTSS vervolg
  • Zelf lichamelijk of geestelijk gewond of getuige van zo’n gebeurtenis. 
  • Geestelijk trauma geneest niet goed/trauma wordt niet goed verwerkt

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongeveer 10% van de mensen die iets traumatisch of schokkends meemaakt ontwikkelt PTSS

PTSS kan ook jaren later ontwikkeld worden; PTSS met verlaat begin

7,4% van de Nederlanders ontwikkelt PTSS 



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van PTSS

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTSS en verslaving
Eén op de drie verslaafden heeft PTSS

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

In het brein...
Patiënten met PTSS hebben standaard verhoogde levels van noradrenaline in hun brein. Zorgt voor gevoel van stress, verhoogde bloeddruk

Noradrenaline:  wordt normaal gesproken geproduceerd in acute stresssituaties. 


Slide 12 - Tekstslide

Noradrenaline als neurotransmitter activeert het deel van je zenuwstelsel dat stress reguleert, je sympathische zenuwstelsel. Het geeft een signaal aan je bijniermerg om adrenaline te produceren. Ook zorgt het voor meer aandacht en een grotere handelingsbereidheid

Slide 13 - Link

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn de juiste symptomen van PTSS?
A
Prikkelbaarheid, nachtmerries, agressiviteit
B
Concentratieproblemen, hevige schrikreacties, verlegenheid
C
Flachbacks, herbeleving, slaapstoornissen
D
Geheugenstoornissen, eetstoornissen, identiteitsstoornissen

Slide 14 - Quizvraag

Er ontstaan vaak verschillende psychische en lichamelijke klachten:
  • Prikkelbaarheid
  • Moeite met in en/of doorslapen
  • Nachtmerries
  • Constant op scherp staan, op je hoede zijn
  • Concentratieproblemen
  • Soms woede-uitbarstingen
  • Snel schrikken
  • Gespannen en gestresst gevoel
  • Vermijdingsgedrag, zowel als ergens niet meer naar toe durven als bepaalde gedachten vermijden.
Hoe komt het dat vrouwen sneller slachtoffer zijn dan mannen?
A
Vrouwen zijn psychiatrisch zwakker
B
Vrouwen zijn een makkelijk slachtoffer voor een geweldpleger
C
Vrouwen en mannen zijn even kwetsbaar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na hoeveel jaar is de helft van de mensen hersteld van PTSS met hulp?
A
4
B
6
C
2
D
3

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met PTSS hebben grote kans later te lijden aan......
A
Eetstoornissen
B
Cognitieve stoornis
C
Stemmingsstoornis
D
Schizofrenie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belangrijke richtlijn voor de vpk zorg bij zorgvragers met een PTSS gerelateerde stoornis?
A
Benadruk na een angstige herbeleving het hier en nu
B
Geef ruimte om over een traumatische ervaring te praten en gevoelens te uiten
C
Geef voorlichting over goede slaaphygiëne en ondersteun de zorgvrager bij het bevorderen ervan
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk met...

Week 8 -> Blok 5/6 -> opdracht 5 t/m 7

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies