Aanwijzend vnw

Welkom
Woordsoorten H4
Aanwijzend voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Woordsoorten H4
Aanwijzend voornaamwoord
Vragend voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Cijfers lezen
  • Wat weet je nog?
  • Aanwijzend voornaamwoord
  • Vragend voornaamwoord 

Slide 2 - Tekstslide

Cijfers
Cijfers lezen

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van het aanwijzend voornaamwoord?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het aanwijzend vnw?
Deze fiets is van mij.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het aanwijzend vnw?
Dat meisje is super aardig.

Slide 6 - Open vraag

Wat gaan we doen?
Vragend voornaamwoord
Er zijn vier vragende voornaamwoorden. Deze woorden staan meestal aan het begin van een vraagzin.
Wie, wat, welk(e), wat voor (een)?
Let op! 
*Wie en wat zijn geen vr.vnw als ze als verwijswoord worden gebruikt.
*Waar, waarheen,wanneer en hoe zijn geen vr.vnw

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het vragend vnw?
Wie weet waar Brussel ligt?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het vragend vnw?
Welke auto vind jij mooier?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het vragend vnw?
Hij vroeg ons: wat eten jullie liever?

Slide 10 - Open vraag

Maak zelf een zin met een vragend voornaamwoord.

Slide 11 - Open vraag

Cijfers
Bespreken opdracht 1
pagina 120

Slide 12 - Tekstslide

Cijfers
Aan de slag met je weektaak

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide