quiz 5.1

Even opfrissen.....
Lees paragraaf 5.1, blz. 80-81 nog eens door.
timer
5:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Even opfrissen.....
Lees paragraaf 5.1, blz. 80-81 nog eens door.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
QUIZ OVER PARAGRAAF 5.1

Slide 2 - Tekstslide

Met deze gebeurtenis begon WO II:
A
Hitler annexeert Oostenrijk
B
Hitler neemt een deel van Tsjechië in
C
Hitler valt Polen binnen
D
Hitler valt Engeland aan

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een blitzkrieg?
A
Het bondgenootschap van Italië en Duitsland
B
Een snelle manier van oorlogvoeren
C
Andere naam voor de Tweede Wereldoorlog
D
De naam van de geallieerde tegenaanval

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van een blitzkrieg?
A
bewegingsoorlog met tanks en vliegtuigen
B
loopgravenoorlog met zware beschietingen
C
Een totale oorlog met een zg. 'thuisfront'
D
Een oorlog met terreurbombardementen op steden

Slide 5 - Quizvraag

Hitler veroverde in korte tijd Noorwegen, Denemarken, Nederland, België en Luxemburg.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer was de slag om Engeland?
A
1939
B
1940
C
1943
D
1945

Slide 7 - Quizvraag

De premier van Engeland tijdens WO2 was
A
Roosevelt
B
Charles
C
Churchill
D
Truman

Slide 8 - Quizvraag

Wie won de slag om Engeland?
A
Engelsen
B
Duitsers
C
Nederlanders
D
Amerikanen

Slide 9 - Quizvraag

De Engelse luchtmacht
A
GB AIR
B
GBAF
C
GBRAF
D
RAF

Slide 10 - Quizvraag

Wie waren de geallieerden tijdens
WO II?
A
Du, IT, Japan
B
GB, VS en FR
C
GB, VS en SU
D
GB, SU en FR

Slide 11 - Quizvraag

De Duitse aanval op de SU staat bekend als ...
A
D-day
B
Operatie Barbarossa
C
Operatie Red
D
Battle of the SU

Slide 12 - Quizvraag

De Slag om Stalingrad was in de winter van:
A
39/40
B
42/43
C
41/42
D
43/44

Slide 13 - Quizvraag

Wie won de slag bij Stalingrad?
A
De Sovjet-Unie
B
Duitsland
C
Amerika
D
Engeland

Slide 14 - Quizvraag

D-Day was op
A
6 juni 1945
B
7 december 1942
C
6 juni 1944
D
5 mei 1945

Slide 15 - Quizvraag

wat is D-day?
A
dat de geallieerden landen op Normandië.
B
dat Duitsland Nederland aanviel.
C
dat we zijn bevrijd.
D
De periode van de Berlijnse muur.

Slide 16 - Quizvraag