Onderscheid ADHD
Kenmerken ADHD (tabel 16.1,clijsen blz. 295)
Laat studenten beseffen dat hyperactiviteit ook innerlijk ervaren kan worden, het is niet alleen maar fysiek
Kunnen ze bovenstaande koppelen aan het filmpje?
Neem ze mee in het verpleegkundig aspect. Wat moet of kan je als verpleegkundige?
Achtergrond info voor docenten:
ADHD- al beschreven vanaf 1902. Lange ontwikkeling via meerdere namen voor de diagnose naar ADHD. Sinds 1995 ook diagnosticering bij volwassenen. Opmerkelijk om te merken dat geregeld de diagnose bij volwassenen/ ouderen herkend wordt door de diagnoses bij een (klein-)kind in het gezin.
Oorzaken:- genetische aanleg – genen die coderen voor de prikkeloverdracht van dopamine en noradrenaline
- Omgevingsfactoren
Attention Deficit/ hyperactivity disorder: 3-5% van kinderen/ adolescenten – op 19 jarige lft functioneert 10% goed (onderzoek 2000 Biedermann et al)
Andere onderzoeken: ong. 2,8% van de bevolking.
Bij ouderen vaker last van depressie, angst, slechtere lichamelijke gezondheid en vaker sociaal eenzaam. Evenveel mannen als vrouwen bij volwassenen. Dit is anders als bij kinderen, waar vaker gediagnosticeerd wordt bij jongens. Waarom is dat?
(meisjes vaker subtype ADD, waardoor onderdiagnoticering; ADD bij meiden minder bekend bij zorgverleners; meisjes hebben ander patroon van comorbiditeit, waarbij angst en depressie meer op de voorgrond staat; terwijl bij jongens meer oppositionele en agressieve gedragsst. Waar omgeving meer last van heeft)
Subtype ADD wordt diagnose vaak gemist. Vaak pas in pubertijd leidt het tot problemen. Leerproblemen leidt tot onderpresteren (wie van de studs weet wat dat is?)
Kernsymptomen ADHD
= Aandachtsproblemen
= Hyperactiviteit
= Impulsiviteit
Daarnaast: snelwisselende stemmingen, prikkelbaarheid, mind-wandering; sensation seeking. Zie tabel 16.1
Criteria DSM 5
Voldoende symptomen sinds kindertijd; enkele <12jr
Continu persisterend patroon van symptomen en disfunctioneren gedurende de levensloop op 2 of meer terreinen, zoals op school, thuis, op het werk, gebied van financiën, relaties of sociale contacten
Symptomen komen niet overeen met het ontwikkelingsniveau en kunnen niet beter verklaard worden door een andere stoornis
Gezondheids – en bestaansproblemen:
Kinderleeftijd
leerproblemen, waardoor lager opleidingsniveau in relatie tot intelligentie
Moeite met sociale contacten
Gepest worden op school
Adolescentie en volwassenen
Onderpresteren
Niet afronden van opleidingen
Veel conflicten
Te veel risico’s nemen
Verslaving
Suïcidepogingen
Agressie of crimineel gedrag
Relatieproblemen
Werkproblemen
Financiële problemen
Bij ouderen: idem
Comorbiditeit ook een “gevolg”. ADHD komt zelden alleen…ongeveer 75% een of meerdere andere psychiatrische stoornissen.
1 Slaapproblemen,
2 Angst
3 Depressie
4 Alcohol- drugs verslaving
5 Tics
6Ass
7 Cluster B psst
Diagnostiek obv semi-gestructureerd interview – ook altijd comorbiditeit meenemen.
Effectieve behandeling: combinatie psycho-educatie; medicatie; coaching, cognitieve gedragstherapie (en relatie- systeemtherapie) en lotgenotencontact.
Rol vpk: tijdens proces van diagnostiek, behandeling en herstel. Denk aan vroegsignalering bij huisarts, monitoring bijwerkingen; verstrekken van info / tips en adviezen.
Vpk diagnoses en interventies – afhankelijk van de problemen. Zie aanvullend Carpenito p. 879 en 897. https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/adhd/introductie