Zuurstof toedienen

Zuurstof toedienen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zuurstof toedienen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kan uitleggen wat indicaties en contra- indicaties zijn van zuurstoftoediening.
  • De student kan uitleggen welke verschijnselen er kunnen optreden bij zuurstof tekort.
  • De student kan uitleggen welke observatiepunten en aandachtspunten er zijn bij het toedienen van zuurstof
  • De student kan beredeneren welke complicaties er kunnen ontstaan bij zuurstoftoediening en hoe je moet handelen. 
  • De student kan benoemen welke toedieningsmaterialen en systemen er zijn bij zuurstoftoediening

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis testen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de functie van ademhaling?
A
Reinigen van de lucht die je inademt
B
Opnemen van CO2 en afscheiden O2
C
Afvalstoffen van de lucht scheiden
D
Opnemen van O2 en afscheiden CO2

Slide 4 - Quizvraag

Ademen via de neus is gezonder dan via de mond ademen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Hoe kan je zuurstof meten bij de zorgvrager?

Slide 6 - Open vraag

Hoe meet je zuurstof in het bloed
  • Zuurstofsaturatie
Het zuurstof bindt zich aan de hemoglobine in de rode bloedcellen

Slide 7 - Tekstslide

Benoem enkele verschijnselen bij zuurstofgebrek

Slide 8 - Open vraag

Verschijnselen zuurstoftekort (hypoxie)
  • Kortademigheid in rust en bij lichte inspanning
  • Gebruik maken van hulp ademhalingsspieren 
  • Sufheid
  • Vergeetachtigheid
  • Verwardheid
  • Gevoel van zwakte en krachteloosheid
  • Blauwe huiskleur vooral van de vingers, nagels en lippen
  • Hoge pols- en ademhalingsfrequentie
  • Hoge bloeddruk
  • Angst 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Benoem indicaties om zuurstof te geven

Slide 11 - Open vraag

Indicaties
  • problemen met het hart of de longen;
  • bloedarmoede;
  • postoperatief of bij tijdelijke sedatie;
  • ernstig trauma;
  • onderkoeling.

Slide 12 - Tekstslide

Contra- indicaties
  • verwondingen in de neus en/of keelholte;
  • verwondingen in het aangezicht;
  • schedelen/of hersentrauma;
  • een jonge leeftijd (kinderen en zuigelingen);
  • vroeggeboorte (in verband met een risico op oogschade).

Slide 13 - Tekstslide

Zuurstof toedienen is een voorbehouden en risicovolle handeling
  • Opdracht van arts nodig
  • Hoeveelheid O2 per minuut afspreken met de arts
  • Toediening via neusbril, neuskatheter of zuurstofmasker
  • Alert zijn bij COPD cliënten
  • Zuurstof is zeer brandbaar
  • Controleer altijd de inhoud van zuurstof cilinder
  • Bereken de aanwezige zuurstof

Slide 14 - Tekstslide

Benoem enkele complicaties die kunnen optreden bij het toedienen van O2.

Slide 15 - Open vraag

Complicaties

  • Ademdepressie
  • Uitdrogen van slijmvliezen
  • Drukplekken door neusbril

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kan je iemand zuurstof toedienen?

Slide 17 - Open vraag

Hulpmiddelen bij zuurstoftoediening
Neusbril/ zuurstofbril:
Toediening tot 5 liter

Slide 18 - Tekstslide

Hulpmiddelen bij zuurstoftoediening
Neuskatheter:
Toediening tot 5 liter

Slide 19 - Tekstslide

Hulpmiddelen bij zuurstoftoediening
Zuurstof masker:
Toediening groter dan 5 liter

Slide 20 - Tekstslide

Het berekenen van de hoeveelheid zuurstof in een zuurstofcilinder
1. Bekijk de druk in de manometer. Reken uit hoeveel liter zuurstof in de cilinder zit. De stand van de manometer in bar x het volume van de cilinder in liters = de hoeveelheid zuurstof in liters in de cilinder. 

Let op: er moet altijd minimaal 10 bar achterblijven in de cilinder.

2. Bereken hoelang de cliënt met de cilinder toe kan:
a. Deel de hoeveelheid zuurstof in de cilinder door de hoeveelheid liters per minuut die de cliënt toegediend krijgt. Dit geeft het aantal minuten.
b. Deel het aantal minuten door 60. Dit geeft het aantal uren dat zuurstof uit de cilinder toegediend kan worden.

Slide 21 - Tekstslide

Gevaren bij zuurstoftoediening
Het toedienen van zuurstof brengt de volgende risico’s met zich mee:

  • brand
  • brandwonden
  • explosie
  • bevriezing

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kan uitleggen wat indicaties zijn van zuurstoftoediening
  • De student kan uitleggen welke verschijnselen er kunnen optreden bij zuurstof tekort.
  • De student kan uitleggen welke observatiepunten en aandachtspunten er zijn bij het toedienen van zuurstof
  • De student kan beredeneren welke complicaties er kunnen ontstaan bij zuurstoftoediening en hoe je moet handelen. 
  • De student kan benoemen welke toedieningsmaterialen en systemen er zijn bij zuurstoftoediening

Slide 23 - Tekstslide