Het Urinewegstelsel

Het urinewegstel
Marloes von Kruchten
Groep OPP1170301
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Het urinewegstel
Marloes von Kruchten
Groep OPP1170301

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de functies van de nieren benoemen
  • Aan het einde van de les kun je in eigen worden het proces van urineproductie benoemen
  • Aan het einde van de les kun je observatiepunten toepassen bij een zorgvrager met uitdrogingsverschijnselen

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je van:
NIEREN

Slide 3 - Woordweb

Wat is de functie van de nieren?
Kies het juiste antwoord
A
afvalstoffen uit bloed verwijderen
B
regeling van de bloeddruk
C
alle antwoorden zijn juist
D
regeling van water- en zoutenhuishouding

Slide 4 - Quizvraag

Functie van de nieren
Functies van de nieren in het kort
  1. Vorming van urine (diurese); afvoeren van afvalstoffen
  2. Binnen grenzen houden van vocht en elektrolyten, de pH en de bloeddruk 
  3. Productie van hormonen en vitaminen, zoals:
het hormoon EPO (erytropoëtine), dat het beenmerg stimuleert om rode bloedcellen te maken.
vitamine D. De nier zet vitamine D uit de huid om in de actieve vorm (vitamine D3). Dat zorgt voor meer calcium in het bloed
4. Speelt een rol bij de bloeddruk regulatie middels ADH en Aldosteron (zijn ook hormonen)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel % van het bloed dat het hart uitpompt gaat naar de nieren?
A
5%
B
10%
C
20%
D
1%

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Nefronen
  • Liggen in nierschors en niermerg 
  • Functionele eenheid van de nier -> Filteren het bloed en maken urine
  • Elke nier heeft 1 miljoen nefronen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Overtollige afvalstoffen toegevoegd aan de urine
  • Bilirubine is het afbraakproduct van het hemoglobine (HB)
  • Urinezuur is een afbraakproduct van de cellen (stofwisseling)
  • Ureum is het afbraakproduct van eiwit
  • Creatinine is het afbraakproduct van spierweefsel

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Hoeveel liter voorurine wordt er per 24 uur geproduceerd?
A
160
B
170
C
180
D
190

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de normaalwaarde voor de pH van het bloed?
A
tussen 7.0 en 7.2
B
tussen 7.35 en 7.45
C
tussen 6.0 en 6.2
D
tussen 7.4 en 7.6

Slide 21 - Quizvraag

VOLUME REGULATIE

Slide 22 - Tekstslide

Bloeddruk regulatie
  •  Hoe meer water er wordt vastgehouden, hoe hoger de bloeddruk. 
  • Bij een te lage bloeddruk maken de nieren een hormoon dat de bloeddruk verhoogt (Renine/aldosteron) (RAAS systeem) en neemt de productie van het ADH toe

Slide 23 - Tekstslide

NIEREN EN HET REGELEN VAN DE PH WAARDEN

De nieren hebben een functie bij het regelen van de zuurtegraad in het lichaam.
Een lage zuurgraad noemen we acidose
Een te hoge zuurgraad noemen basisch
De nieren kennen een buffersysteem op basis van het bicarbonaat.
Bicarbonaat is basisch
De longen kennen een buffersysteem op basis van het koolzuur.
Koolzuur is zuur
Dit doen ze onder invloed van H+ ionen, dat zijn positief geladen waterstofdeeltjes.
Bij een teveel aan H+ ionen wordt het lichaam zuurder
Bij een tekort aan H+ionen wordt het lichaam basisch 
De ademhaling regeert op deze zuurtegraad door sneller te ademen.
De nieren reageren door natriumbicarbonaat vast te houden of meer uit te plassen. 
Dit is een continue proces in je lichaam

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de normaalwaarden van PH in ons bloed?
A
7.25 - 735
B
7.35 -7.45
C
6.40 - 6.45
D
7.30 - 7.35

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de normaalwaarde voor de pH van het bloed?
A
tussen 7.0 en 7.2
B
tussen 7.35 en 7.45
C
tussen 6.0 en 6.2
D
tussen 7.4 en 7.6

Slide 26 - Quizvraag

Met welke ademhaling probeert je lichaam je PH weer te corrigeren
A
cheyne-stokesademhaling
B
hyperventilatie
C
agonale ademhaling
D
kussmaul-ademhaling

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Wat is de normaalwaarde voor de pH van het bloed?
A
tussen 7.0 en 7.2
B
tussen 7.35 en 7.45
C
tussen 6.0 en 6.2
D
tussen 7.4 en 7.6

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de normaalwaarde voor de pH van het bloed?
A
tussen 7.0 en 7.2
B
tussen 7.3 en 7.4
C
tussen 6.0 en 6.2
D
tussen 7.4 en 7.6

Slide 30 - Quizvraag

Wat is dehydratie?

Slide 31 - Woordweb

Benoem verschijnselen die te observeren zijn bij dehydratie

Slide 32 - Open vraag

4 belangrijkste functies Bekkenbodemspieren 

  1. Ondersteunen van de bekkenorganen (blaas, darmen, baarmoeder).
  2. Sluiten en openen van de plasbuis en anus, hierdoor is willekeurige controle over urine en ontlasting mogelijk.
  3. Stabiliteit van bekken en lage rug/ zorgt voor rompbalans
  4. Seksuele functie.

Slide 33 - Tekstslide

Urine- incontinentie heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van leven van een zorgvrager.
vaak
regelmatig
soms
niet

Slide 34 - Poll

Slide 35 - Link

Slide 36 - Video

Middagopdracht:

  • Urineweginfectie en pyeolonifritis
  • Urineretentie en prostaathypertrofie
  • Nierinsufficiente 
  • Blaas en prostaatkanker
Maak per groepje 5 toetsvragen omtrent het onderwerp dat je toegewezen krijgt.
Geef de toetsvragen aan de docent zodat de docent er een Kahoot! van kan maken. 
In totaal gaan jullie samen een toets maken van 20 vragen.

Succes!

Slide 37 - Tekstslide