nieren

Nieren
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de functies van de nieren benoemen
  • Aan het einde van de les kun je in eigen worden het proces van urineproductie benoemen
  • Aan het einde van de les kun je observatiepunten toepassen bij een zorgvrager met uitdrogingsverschijnselen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van:
NIEREN

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de nieren?
Kies het juiste antwoord
A
afvalstoffen uit bloed verwijderen
B
regeling van de bloeddruk
C
alle antwoorden zijn juist
D
regeling van water- en zoutenhuishouding

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie van de nieren
Functies van de nieren in het kort
  1. Vorming van urine (diurese); afvoeren van afvalstoffen
  2. Binnen grenzen houden van vocht en elektrolyten, de pH en de bloeddruk 
  3. Productie van hormonen en vitaminen, zoals:
het hormoon EPO (erytropoëtine), dat het beenmerg stimuleert om rode bloedcellen te maken.
een hormoon dat de bloeddruk verhoogt (ADH en Aldosteron)
vitamine D. De nier zet vitamine D uit de huid om in de actieve vorm (vitamine D3). Dat zorgt voor meer calcium in het bloed

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nefronen
  • Liggen in nierschors en niermerg 
  • Functionele eenheid van de nier -> Filteren het bloed en maken urine
  • Elke nier heeft 1 miljoen nefronen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is filtratie?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel % van het bloed dat het hart uitpompt gaat naar de nieren?
A
5%
B
10%
C
20%
D
1%

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtollige afvalstoffen toegevoegd aan de urine
  • Bilirubine is het afbraakproduct van het hemoglobine (HB)
  • Urinezuur is een afbraakproduct van de cellen (stofwisseling)
  • Ureum is het afbraakproduct van eiwit
  • Creatinine is het afbraakproduct van spierweefsel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel liter voorurine wordt er per 24 uur geproduceerd?
A
160
B
170
C
180
D
190

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

VOLUME REGULATIE

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk regulatie
  •  Hoe meer water en elektrolyten worden vastgehouden, hoe hoger de bloeddruk. 
  • Bij een te lage bloeddruk maken de nieren een hormoon dat de bloeddruk verhoogt (Renine/aldosteron) (RAAS systeem) en neemt de productie van het ADH toe

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOLUME REGULATIE

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NIEREN EN HET REGELEN VAN DE PH WAARDEN

De nieren hebben een functie bij het regelen van de zuurtegraad in het lichaam.
Een lage zuurgraad noemen we acidose
Een te hoge zuurgraad noemen basisch
De nieren kennen een buffersysteem op basis van het bicarbonaat.
Bicarbonaat is basisch
De longen kennen een buffersysteem op basis van het koolzuur.
Koolzuur is zuur
Dit doen ze onder invloed van H+ ionen, dat zijn positief geladen waterstofdeeltjes.
Bij een teveel aan H+ ionen wordt het lichaam zuurder
Bij een tekort aan H+ionen wordt het lichaam basisch 
De ademhaling regeert op deze zuurtegraad door sneller te ademen.
De nieren reageren door natriumbicarbonaat vast te houden of meer uit te plassen. 
Dit is een continue proces in je lichaam

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dehydratie?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Benoem verschijnselen die te observeren zijn bij dehydratie

Slide 21 - Open vraag

een negatieve vochtbalans (vochtinname is kleiner dan vochtuitscheiding)
weinig urine, donkere urine
een droge huid met een lage turgor (huidspanning). De lage turgor kun je signaleren als je een huidplooi op de buik of arm oppakt. Bij een lage turgor blijft de plooi staan als je hem hebt losgelaten.
diepliggende ogen
droge lippen, droge slijmvliezen (mond, ogen)
sufheid, trage reacties
dalende bloeddruk
snelle pols
afname lichaamsgewicht

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urine- incontinentie heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van leven van een zorgvrager.
vaak
regelmatig
soms
niet

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

waardoor komt een frequente mictie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waardoor kan de kleur van urine veranderen?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies