BoekenPitch lapbook 3gl/k

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Herhaling / wat weten we al? 

BoekenPitch

Nog wat informatie.

Is dit fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Herhaling / wat weten we al? 

Ga rustig zitten.

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Genre/verhaalsoort

Een genre is een verhaalsoort.

Sommige boeken/films hebben meerdere genres. 

Genre?

Genre?

Ruimte

• Ruimte als plaats: land, plaats, huis, kamer, gebouw, park,
   etc.
• Sfeer in de ruimte: angstig, beklemmend, hoopvol,
   vreugdevol, etc.

Ruimte

Wat is hier GEEN voorbeeld van ruimte in een verhaal?

1. het karakter van de hoofdpersoon
2. School
3. Stad
4. Italië

Tijd van een verhaal

• Het heden (nu)
• Het verleden
• De toekomst

Tijd

Historische tijd: in welke tijd speelt het verhaal zich af

Tijdsduur: de vertelde tijd

(Een verhaal speelt zich gedurende  uren, dagen of jaren af)

Tijdsvolgorde: chronologisch of spelen met tijdsvolgorde door bijvoorbeeld flashbacks of flashforwards

Historische tijd

In welke tijdsperiode speelt het verhaal zich af?

Tijdens de Tweede Wereldoorlog, in de Gouden Eeuw of in 1980...

Kijk naar:

• Jaartallen
• Kleding, gebruiken
• Historische figuren, gebeurtenissen
• Beschrijving ruimte van de tijd

Tijd  (tijdsperspectief)

- chronologisch verhaal

       - de schrijver vertelt het verhaal in de volgorde
          zoals ze zich in werkelijkheid hebben afgespeeld.

- niet-chronologisch verhaal

        - terugverwijzing

        - vooruitwijzing

        - flashbacks

Chronologie

Een verhaal noem je chronologisch als de gebeurtenissen in het verhaal worden verteld in de volgorde zoals ze zich in werkelijkheid ook hadden afgespeeld.

 Flashback en Flashforward

Wanneer een personage terugblikt of vooruitblikt op een gebeurtenis spreek je van een flashback of flash-forward/vooruitwijzing. De gebeurtenis onderbreekt de loop van het verhaal. 

Wat is 'chronologisch'?

1. Van begin tot eind
2. Beginnen in het midden
3. Beginnen aan het einde
4. Zonder flashback/flashforward

De ontwikkeling van een hoofdpersoon

1. Fase 1:  Het leven van de hoofdpersoon is normaal - alles is al een tijd hetzelfde
2. Fase 2: Er gebeurt iets waardoor het leven van de hoofdpersoon verandert
3. Fase 3: De hoofdpersoon moet met de verandering leren omgaan
4. Fase 4: De situatie is weer "normaal", maar anders dan aan het begin. De hoofdpersoon is bijvoorbeeld veranderd of heeft een les geleerd 

De ontwikkeling van de hoofdpersoon 

Hoofdpersoon

Er wordt aangegeven wie de hoofdpersoon is...

...en er wordt verteld hoe de hoofdpersoon eruit ziet en wat het karakter van de hoofdpersoon is… 

..... wat hij denkt, doet en voelt.....

…en er wordt verteld welke ontwikkeling de hoofdpersoon doormaakt.

Plot / verhaallijn

Plot/ verhaallijn = een reeks gebeurtenissen en acties die zich ontvouwen in een verhaal. 

Er zijn boeken met 1 verhaallijn maar ook met meer verhaallijnen door elkaar. 

Je kunt verhaallijnen herkennen door:

Meer hoofdpersonen met een eigen perspectief

Het verhaal kan zich afspelen in verschillende tijden

Het verhaal kan zich afspelen op verschillende plaatsen 

Thema (onderwerp)

Een aantal voorbeelden van thema's:

 liefde,  gelijkwaardigheid, religie, gezondheid, culturen, cultuurverschillen, onvervulde verlangens, racisme, discriminatie, vriendschap,  loyaliteit, rivaliteit,  ouderdom,  verveling, afgunst, kinderwens, vrouwenrechten, familiesystemen, marketing, management, klimaatproblematiek, drugs,  psychologie, literatuur, specifieke werkvelden, pesten, mantelzorg, spiritualiteit, financiën, oorlog… etc.

Mening over een boek (argumenten)

Als je een mening over een boek geeft, onderbouw je die met argumenten:

- realistische  argumenten: vind je het geloofwaardig?

- emotieve   argumenten    : grijpt het je aan, leef je mee met personage(s)?

- morele argumenten           : ben je het eens met de overtuigingen en ideeën 
                                                           in het boek?

Vertelperspectief

Als je een verhaal leest, wordt het verhaal aan jou gepresenteerd vanuit een bepaald standpunt. Dit noem je het vertelperspectief.

Je kent de volgende vertelperspectieven:

• Vertelstandpunt eerste persoon => ik-vertelperspectief
• Vertelstandpunt derde persoon  => iemand anders vertelt 
• Wisselend perspectief                     => meerdere personages

Zelfstandig werken aan de literaire mindmap