Hutspot

Hutspot met een gehaktbal
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hutspot met een gehaktbal

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Quiz

Stamppot bereiden

Schijf van vijf

Corvee


Tussendoor: vragen maken

Slide 2 - Tekstslide

Doel
- Je kunt verschillende groente herkennen
- Je kent de begrippen van de familiebox
- Je kunt aardappels schillen en hutspot bereiden
Je kunt een schijf van vijf maken

Slide 3 - Tekstslide

Even testen

Slide 4 - Tekstslide

Wat staat er in een stroomschema?
A
De samenstelling van een product
B
Alle stappen van het productieproces
C
De namen en de taken van de medewerkers

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn micro organismen?
A
Bacteriën
B
Bacteriën en schimmels
C
Bacteriën en muggen
D
Bacteriën, schimmels en gisten

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet dit apparaat?
A
Thermometer
B
PH-meter
C
Refractometer

Slide 7 - Quizvraag

Wat meet je met een refractometer?
A
De zuurgraad
B
Het suikergehalte

Slide 8 - Quizvraag


A
Basische producten zijn zeepachtige
B
Zure producten zijn zeepachtig

Slide 9 - Quizvraag

De meeste m.o. groeien het beste bij een PH tussen 6 en 8
A
Dit is juist
B
Dit is onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent THT?
A
Te gebruiken tot
B
Ten houden tegen
C
Tenminste houdbaar tot

Slide 11 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit verschil uit tussen tenminste houdbaar tot & te gebruiken tot

Slide 12 - Open vraag

Ketchup wordt gepasteuriseerd.
Wat is dat?
A
De pot wordt verhit tot 90 graden zodat de m.o. dood gaan
B
De pot wordt verhit tot 25 graden zodat de m.o. dood gaan
C
De pot wordt verhit tot 120 graden zodat de m.o.

Slide 13 - Quizvraag

Wat zit er het meest in tomatenketchup?
(zie hiernaast)
A
Water
B
Tomatenpuree
C
Suiker
D
Aroma

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn additieven/e-nummers?
A
Hulpstof die je toevoegt aan een product
B
Hulpstof die van nature in een product voorkomt

Slide 15 - Quizvraag

Je hebt rijst gekookt. De helft verwerk je in een product. De rest bewaar je.

Wat zet je op de codeersticker?
A
De kooktijd van de rijst
B
De datum waarop je de rijst hebt gemaakt
C
De voedingsstoffen in de rijst

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent kruisbesmetting?
A
De overdracht van m.o. van het ene naar het andere voedingsmiddel
B
De overdracht van m.o. van gare producten

Slide 17 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat biologisch is

Slide 18 - Open vraag

Wat is persoonlijke hygiëne?

Slide 19 - Open vraag

Hoe heet deze groente?

Slide 20 - Open vraag

Hoe heet deze groente?

Slide 21 - Open vraag

Hoe heet deze groente??

Slide 22 - Open vraag


Noem 7 verschillende groente

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat eet je bij ANDIJVIE?
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
vruchten

Slide 26 - Quizvraag

Wat eet je bij PREI?
A
stengels
B
wortels
C
bladeren (+ stengel)
D
bloemen

Slide 27 - Quizvraag

Wat eet je bij rode BIETJES?
A
wortels
B
zaden
C
stengels
D
vruchten

Slide 28 - Quizvraag

Wat eet je bij WITLOF?
A
vruchten
B
bloemen
C
stengels
D
bladeren

Slide 29 - Quizvraag

Wat eet je bij MAIS?
A
bloemen
B
vruchten
C
wortels
D
zaden

Slide 30 - Quizvraag

Wat eet je bij ASPERGES?
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
vruchten

Slide 31 - Quizvraag


Wat eet je bij doperwtjes?
A
wortels
B
vruchten
C
zaden
D
bloemen

Slide 32 - Quizvraag

Maak de opdracht van de schijf van vijf 

Deel je maaltijd in

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag!
Bereid hutspot

Denk aan:
Kooktijd aardappels
Kooktijd wortels
Deksel op de pan
Verschillende planken

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk:
Leren 2.3 + 2.6maak de vragen tussendoor

Slide 35 - Tekstslide