Hst 2 Ontsteking en afweer

Ontsteking en afweer
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ontsteking en afweer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZZB.2SA
Week 1
Algemene oncologie
4
Week 2
Dementie
13
Week 3
M. Parkinson
12
Week 4
Infectieziekten
2
Week 5
Aandoeningen luchtwegen
7
Week 6
Aandoeningen spijsvertering
8
Week 7
Aandoeningen urinewegen
9
Week 8
Slaapstoornissen
5
Week 9
Multimorbiditeit

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even herhaling 
Quizzzz time

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte kan door een virus, schimmel of bacterie veroorzaakt worden:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is incubatietijd?
A
de tijd die nodig is om na besmetting iemand ziek te maken
B
Te tijd die het micro-organisme nodig heeft om 1 keer te vermenigvuldigen
C
De tijd die het lichaam nodig heeft om te herstellen van een ziekte
D
geen van bovenstaande antwoorden is juist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem vijf ontstekingsreacties

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontstekingsreactie
  1. Rood
  2. Warm
  3. Zwelling
  4. Pijn
  5. Gestoorde functie 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan het dat je in principe niet voor een tweede keer geïnfecteerd wordt door dezelfde bacterie?
A
Je immuunsysteem 'onthoudt' de bacterie en doodt hem snel
B
Je huid en slijmvliezen houden hem tegen
C
Je witte bloedcellen 'onthouden' de bacterie
D
Bacteriën muteren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een infectie door een bacterie?
A
HIV
B
Corona
C
Griep
D
Blaasontsteking

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een infectie hebt, krijg je altijd een ontsteking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een infectie? Zodra een bacterie, virus of parasiet in u binnendringt en zich vervolgens vermenigvuldigt, spreekt u van een infectie. 
Bij een ontsteking reageert het lichaam op beschadiging van weefsel door bijvoorbeeld een snee of bacteriën. Een ontsteking is dus een reactie van uw lichaam op een infectie.

Een ontsteking kan ook van binnenuit ontstaan
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

bijv slijmbeursontsteking. Dit noemen we steriele ontsteking
reuma
Waarom neem je een kweek af?
A
om de wond schoon te maken
B
om de juiste antibiotica voor te kunnen schrijven
C
om de koorts te laten dalen
D
om te bepalen hoeveel vocht iemand nodig heeft

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke effecten heeft de hogere lichaamstemperatuur?
A
De hogere temperatuur doodt de bacteriën en verlopen afweerprocessen sneller.
B
De hogere temperatuur remt de groei van de bacteriën.
C
De hogere temperatuur zuivert het bloed door afbraakproducten van ziektekiemen snel te verwijderen.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In principe roept elke weefselbeschadeging een ontsteking op

Slide 14 - Tekstslide

In principe roept elke weefselbeschadiging een ontsteking op. Naast ziekteverwekkers zijn er ook mechanische, chemische en immunologische oorzaken
Ontstekingsreactie
Eerst plaatselijk, daarna verspreiding. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaatselijke ontstekingsvormen
Infiltraat
beginnend, rode, warme zwelling​, kan volledig verdwijnen ​
Abces met pus​
- dood weefsel​ met dode en levende bacteriën​
- dode leukocyten (witte bloedcellen)  

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene ontstekingsverschijnselen
Als ons lichaam de ontsteking niet plaatselijk kan houden​, dan:

Gevoel van ziek zijn “malaise”​
Verminderde eetlust​
Koorts ​
Vermeerdering witte bloedlichaampjes (leukocytose)




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koorts bij ontsteking
  1. Afbraakproducten van de ziektekiemen komen in bloed
  2. Interne thermostaat gaat daarmee omhoog
  3. Afweerprocessen gaan sneller verlopen
  4. Remt groei van bacteriën 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgebreide ontstekingsverschijnselen
Uiteindelijk: ​

Lymfevatontsteking (lyfangitis) ​

Bloedvergiftiging (sepsis) ​
bacteriën vermenigvuldigen in bloedbaan ​


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Necrose
Wanneer een deel van weefsel ernstig beschadigd raakt kan het afsterven. 
Het doodgaan van weefsel dat in de ontsteking ligt, heet necrose.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek naar infecties
In bloed verhoging van:
  1. Bezinkingssnelheid van de rode bloedcellen (de BSE) (Rode bloedcellen bezinken sneller bij een infectie)
  2. C-reactief proteïne (CRP) 
  3. Witte bloedcellen (welk type witte bloedcel is toegenomen? Daaruit kan dan blijken of het om een bacteriële of een virale infectie gaat.)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Microbiologisch laboratorium 

Alle andere lichaamsvloeistoffen: 
  1. urine, maagsap, gal, pleuravocht, speeksel en liquor;
  2. ontlasting;
  3. stukjes weefsel uit het geïnfecteerde gebied (biopt);
  4. materiaal van de infectie, zoals wondvocht en pus.



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antibiotica
  1. Alleen bacteriële infectie behandelen met antibiotica, geen virus. 
  2. Antibiotica remt of doodt de bacterie in de groeifase. 
  3. Daarna is de afweer van het lichaam in staat de infectie verder te bestrijden. 
  4. Veelvuldig gebruik kan leiden tot resistentie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  1. Zoek de betekenis op van de 10 moeilijkste woorden 
  2. Klaar? Maak de woordzoeker 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was nieuw voor je vandaag?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke informatie wist je al wel?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ThiemeMeulenhoff
Maak de verwerkingsopdrachten in TM
Anatomie en fysiologie. Hoofdstuk 9.
Opdracht 1 t/m 3
Opdracht 6 t/m 10

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies