Kleurenleer

Kleur
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Kleur

Slide 1 - Tekstslide

1

Slide 2 - Video

00:36
Hoe kun je kleur zien?
A
Door een bril heen
B
Door de weerkaatsing van het licht
C
Door lenzen heen
D
Door het water heen

Slide 3 - Quizvraag

Kleurencirkel 
van Itten

De kleurencirkel laat zien hoe primaire kleuren, secundaire kleuren en tertiaire kleuren in elkaar overlopen.
Johannes Itten ontwikkelde deze kleurencirkel bestaand uit 12 kleuren.

In combinatie met wit en zwart zijn alle kleuren te mengen

Slide 4 - Tekstslide

3 soorten kleuren in de kleurencirkel:
  1. PRIMAIRE kleuren


   2. SECUNDAIRE kleuren 


   3. TERTIAIRE kleuren

Slide 5 - Tekstslide

  • Alle kleuren worden gemaakt van de 3 Primaire kleuren, 
rood, geel en blauw. 

  • Als je 2 primaire kleuren mengt krijg je de Secundaire kleuren,
oranje groen en paars.

  • Als je een primaire kleur met een secundaire kleur mengt krijg je een Tertiaire kleur.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide



Welke 3 kleuren zitten er in het midden van de kleurencirkel?
A
rood, geel, blauw
B
rood, blauw, groen
C
rood, paars, geel
D
rood, oranje, geel

Slide 8 - Quizvraag



Hoe noemen we deze 3 kleuren?
A
basiskleuren
B
secundaire kleuren
C
primaire kleuren
D
middenkleuren

Slide 9 - Quizvraag





Welke kleur krijgen we als we 
geel en rood met elkaar mengen?

A
blauw
B
oranje
C
paars
D
groen

Slide 10 - Quizvraag





Welke kleur krijgen we als we 
geel en blauw met elkaar mengen?

A
blauw
B
oranje
C
paars
D
groen

Slide 11 - Quizvraag





Welke kleur krijgen we als we 
rood en blauw met elkaar mengen?

A
blauw
B
oranje
C
paars
D
groen

Slide 12 - Quizvraag

Primaire kleuren

Secundaire kleuren

Tertiaire kleuren
Groen
Rood
Blauw
Violet
Oranje
Geel
Rood-Oranje
Rood-Violet
Geel-Oranje
Blauw-Groen
Groen-Geel
Blauw-Violet

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Complementaire Kleuren

Slide 19 - Tekstslide

Complementaire = Tegenovergestelde kleuren
Deze kleuren staan tegenover elkaar in de kleurencirkel en versterken elkaar.
Vincent van Gogh 1888, 
Caféterras bij nacht-Terrasse du café le soir

Slide 20 - Tekstslide

Combineer de complementaire kleuren

Slide 21 - Sleepvraag

Warme & koude kleuren
Warme kleuren:
zijn warm en gezellig, lijken dichterbij en vormen een contrast met koude kleuren.
Koude kleuren:
zijn koel en rustig, lijken verder weg
en vormen een contrast met warme
kleuren.

Slide 22 - Tekstslide

Warme kleuren

Slide 23 - Tekstslide

Koude kleuren

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

De kleuren hiernaast noem je........?

Slide 26 - Open vraag

De kleuren hiernaast noem je......?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Kleurenfamilie
Een kleurenfamilie is een groep kleuren die bij elkaar passen omdat ze iets gemeenschappelijks hebben, zoals dezelfde basiskleur (bijvoorbeeld blauw), warmte (zoals roodtinten), of helderheid (licht of donker). Het wordt gebruikt in mode, kunst en interieur om kleuren mooi te laten samenwerken.

Slide 31 - Tekstslide

Expressief kleurgebruik 
Kleuren worden gebruikt om gevoelens of emoties te laten zien. De kleuren hoeven niet realistisch te zijn.  Bijvoorbeeld: rood kan woede of passie laten zien, en blauw rust of verdriet. Het gaat om wat de kleur laat voelen, niet om hoe iets er echt uitziet.

Slide 32 - Tekstslide

Complementair kleurgebruik
Expressief kleurgebruik
Kleurenfamilie

Slide 33 - Sleepvraag

Eigen kleuren cirkel maken

Slide 34 - Tekstslide

Nodig
  • Werkblad met kleurencirkel
  • Penselen 
  • Beker met water 
  • afscheurpalet met 3 kleuren verf
  • Doekje (tissue) voor drogen penselen

Slide 35 - Tekstslide

Penselen
Hebben zachte haren.
De haren zijn rond gezet en
eindigen in een punt.
Ze zijn bedoeld voor fijn en precies schilderwerk

Slide 36 - Tekstslide

Schildertips
  • Begin altijd met de lichtste kleur (geel) dan rood en tenslotte blauw 
  • Meng een beetje water door plakkaatverf dit schildert fijner
  • Schilder eerst met de kleinste penseel langs de randjes van het vakje en vul daarna met het groter penseel de binnenkant
  • Schilder strak (binnen de lijntjes) egaal (zonder penseelstrepen) en dekkend (zonder dat je wit van het papier door de verf ziet)
  • Ververs je water als het bruin is geworden

Slide 37 - Tekstslide

Opruimen
  • Controleer of je naam op het werkblad staat
  • Op school leg je het te drogen in het droogrek
  • Maak schoon met koud water (zet de kraan niet te ver open)
  • Spoel je waterbeker en penselen goed schoon. 
  • Vouw het papier dubbel en gooi weg 

  • NIET DOEN: plastic hulsjes terug op de penselen (maar gooi ze weg)

Slide 38 - Tekstslide

Extra oefening

Slide 39 - Tekstslide

Toontrap & kleurverloop
Ditmaal ga je de vakjes van de cirkel gebruiken om een toontrap te maken. Dat doe je door één kleur uit de cirkel te mengen met wit (verhelderen) en met zwart (verdonkeren). Stapsgewijs zie je de kleur per vakje dan lichter en donkerder worden.
Ook nu moet je netjes werken: dus strak, egaal en dekkend inschilderen volgens de instructies op de volgende dia. Ben je klaar met de toontrap dan maak je een kleurverloop. 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video