KUA Romantiek en realisme






Cultuur van 
Romantiek en Realisme
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les






Cultuur van 
Romantiek en Realisme

Slide 1 - Tekstslide

Ontwikkelingen 
19e eeuw

- Industriële Revolutie: dankzij uitvinding stoommachine 
-Huisnijverheid verdrongen door werk in fabrieken.
-Veel jonge mensen trokken van platteland naar fabriekssteden.
-Steden groeiden explosief, nieuwe arbeidersklasse ontstaat.
-Grote verschillen tussen bezittende bourgeoisie en arme arbeidersklasse.

Slide 2 - Tekstslide


Industriesteden
Rijke burgers leven strikt gescheiden van arbeiders in de stad. Friedrich Engels loopt door arbeiderswijken en ziet:
-Krotten en kelderwoningen, bestaande uit 2 vertrekken,
-Slechte hygiëne: nauwelijks toiletten, of verstopt/overvol,
-Kinderarbeid was normaal, hoge kindersterfte,
-Veel ziekten en epidemieën,
-Rijke bovenlaag verlaat binnenstad en gaan naar nieuwe wijken met geometrisch stratenplan en classicistische huizen.

Stad veranderde ook fysiek:
-(Paarden)trams, spoorwegen, bruggen. 
- Woud van rokende fabriekspijpen aan de horizon (= vooruitgang) 
-Door groei moesten oude stadwallen (kleine straatjes) gesloopt worden -> brede parkachtige singels kwamen
-Rijke burgerij ontvlucht stad en woont in in buitenwijken nét buiten de stad.

Slide 3 - Tekstslide

Fotografie
  • In 1839 slaagde natuur- en scheikundige William Talbot erin beelden langs de fotografische weg vast te leggen.
  • Fotografie is de eerste manier om snel de realiteit vast te leggen en te verspreiden. 
  • Geschilderde portretten blijven een luxeproduct, maar
    het volk kan op de foto voor een portret (soms).
  • Invloed op ontwikkeling kunst: het vastleggen van een
    moment wordt extra benadrukt door de opkomst van
    de fotografie. Beinvloed vooral realisten en
    impressionisten.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Architectuur en ingenieurskunst
-Nieuwe materialen: stalen constructies, ijzer, glas.
-Ontwerp gebouw Eerste Wereldtentoonstelling in London 1851: Crystal Palace.
-Opmerkelijkste wereldtentoonstelling in Parijs, 1889. Eiffeltoren en Machinehal.
-Wereldtentoonstelling: landen laten vol trots zien tot wat ze in staat zijn door te pronken met bijzondere gebouwen en vooruitstrevende techniek.

Slide 6 - Tekstslide

Nieuwe uitvindingen
Getoond op wereldtentoonstelling.
-Toepassingen van gas en elektriciteit.
-Eerste gloeilamp (Edison).
-Fonograaf (voorloper grammofoon).
-Telegraaf, telefoon, radio.
-Massaproductie van meubelen en serviesgoed.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Parijse salon

Grote kunsttentoonstelling, regelmatig gehouden in Parijs, georganiseerd door de academie. 
1- Kunstenaars sturen werk op om te kunnen deelnemen
2- Jury beoordeelt aan de hand van academische regels
3- Bij afwijzing een ‘R’ op de achterkant: Refusée!
4- Geen schokkende taferelen of iets ordinairs als een onderwerp uit het dagelijks leven.

Populair op de salon
-Zoete, gladde producten die prima in de smaak vielen van het grote publiek
-Exotische taferelen met vrouwelijk schoon
-Kunstwerken voldoen aan academische/ neoklassieke regels (smaak van bourgeoisie)

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken Romantiek

-Escapisme: Wegvluchten uit werkelijkheid
          belangstelling voor het verleden (oude volksverhalen, glorieuze perioden eigen land)
          Het bovennatuurlijke: in fantasie/dromen

-Gevoel en emotie belangrijk
          dramatiek: trouw, verraad, tragiek, noodlottige liefde, overvulde of diep ongelukkige liefde
          droefgeestigheid: verlangen naar het onbereikbare (Sehnsucht) en zelfs de dood

-Idealiseren van de natuur (onbedorven, de grootsheid ervan)

-Opkomend nationalisme (overdreven trots op volk/land) + historisch bewustzijn

-Exotisme: Fantaseren over verre exotische bestemmingen, belangstelling voor andere culturen

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken Romantiek

  • Idealiseren van de natuur (onbedorven, de grootsheid ervan)
  • Gevoel en emotie belangrijk, verlangen naar de dood
  • Wegvluchten uit werkelijkheid in fantasie/dromen
  • Opkomend nationalisme (overdreven trots op volk/land) 
  • Opkomend historisch bewustzijn


Slide 11 - Tekstslide

Kenmerk Romantiek:
Exotisme
  • De meest extreme vorm van escapisme; het verlagen naar het ontsnappen in een andere cultuur
  • Vaak rascistische/discriminerende afbeeldingen van verre oorden waar de kunstenaar nog nooit was geweest

‘De Slachting bij Chios’ - Delacroix 
  • Toont geen compassie met slachtoffers
  • Indruk maken met de (theatrale) compositie en exotische aankleding

‘Algerijnse vrouwen in hun appartement’ - Delacroix 
  • Fantasie over wat er gebeurde in harems (want westerlingen mochten niet in de paleizen van sultans)
  • Sexualisering van de niet westerse vrouw door deze fantasiewereld te creëren. 

Slide 12 - Tekstslide

kenmerken Realisme

-Gewone mensen als onderwerp: arbeiders, boerenmeiden, gewone werkende mensen
-Schilders gingen voor het eerst ‘en plein air’ schilderen (veldezel, tube)
-Weergeven van de werkelijke wereld, het dagelijks leven zonder opsmuk
-Ruigere schilderstijl: stevige lagen dikke verf met grote contrasten


Millet verfraaide de werkelijkheid nog (zonsondergang, vredig tafereel). Courbet wordt daarom gezien als eerste realist.

Slide 13 - Tekstslide

kenmerken 
Impressionisme
Impressionisme
-Impressie van het moment
-Sfeer en lichtval belangrijk (licht verandert -> snel werken)
-Geen gladde afwerking: vluchtige toetsen duidelijk zichtbaar, ongemengde kleuren


Invloed fotografie:
-Houding niet geposeerd: momentopnames
-Willekeurige afsnijdingen
-Ongewone standpunten


Slide 14 - Tekstslide

Romantiek
Wegvluchten uit werkelijkheid
belangstelling voor het verleden (vooral Middeleeuwen)
in fantasie/dromen
Gevoel en emotie belangrijk
Idealiseren van de natuur (onbedorven, de grootsheid ervan)
Opkomend nationalisme (trots op land/volk)
Fantaseren over verre exotische bestemmingen (Exotisme)

Impressionisme
Werking van licht en kleur belangrijk
Momentopname, het hier en nu weergeven
Snel werken, want het licht veranderde voortdurend
Toetsen en vlekken in felle, ongemengde kleuren.
‘Niet letten op wat je weet, maar op wat je ziet’

Realisme
Gewone mensen als onderwerp (arbeiders)
Weergeven van de werkelijke wereld; het dagelijks leven zonder opsmuk.

Romantiek
-Wegvluchten uit werkelijkheid
belangstelling voor het verleden (vooral Middeleeuwen)
in fantasie/dromen
-Gevoel en emotie belangrijk
-Idealiseren van de natuur (onbedorven, de grootsheid ervan)
-Opkomend nationalisme (trots op land/volk)
-Fantaseren over verre exotische bestemmingen (Exotisme)


Realisme
-Gewone mensen als onderwerp (arbeiders)
-Weergeven van de werkelijke wereld; het dagelijks leven... zonder opsmuk.

Impressionisme
-Werking van licht en kleur belangrijk
-Momentopname (een impressie), het hier en nu weergeven
-Snel werken, want het licht veranderde voortdurend. Hierdoor grove toets.
-Toetsen en vlekken in felle, ongemengde kleuren.




Slide 15 - Tekstslide

Postimpressionisme 
Pointillisme
-Ontdekkingen op het gebied van kleur en vorm (impressionisten) leidde tot nieuwe stijlen.


-Ontdekking wetenschap: ‘eigenschap van netvlies om beelden waar te nemen in kleine puntjes, die in het hoofd tot één geheel worden gesmeed’. DIvisionisme of optisch mengen.


Kunstenaar: Seurat en Signac



Slide 16 - Tekstslide

(kunstenaar Van Gogh)
Postimpressionist


-Eerst weinig vernieuwend: realistische, rauwe, donkere boerentaferelen.
-In Frankrijk beïnvloed door impressionisme (oog voor Japanse prenten, gebruik felle kleuren), hij ontwikkelt eigen stijl.
-Werkt met streepjes (ipv stipjes van Seurat)


 - Hartstochtelijke schilderijen met landschappen, gezichten, stillevens en zelfportretten.
 - Veel kleuren, bijeengehouden door scherpe contouren.

Leven gekenmerkt door twijfel, mislukking, tragische dood.

-> zijn grove toets en kleurgebruik inspireerde de fauvisten en expressionisten

Slide 17 - Tekstslide

(kunstenaar Cézanne)
Postimpressionist

Op zoek naar harmonie in vorm en kleur.

‘Nadenken moeten we, het oog is niet voldoende, bezinning is noodzakelijk’ 

Cézanne gaat volledig op in wat hij voor ogen heeft en herschikt het beeld in zijn hoofd totdat hij zijn onderwerp ‘correct’ ziet. 

-Meerdere kanten tegelijk
-Diepte suggereren door verandering van kleur (ipv perspectief)

->Dit is een radicale vernieuwing en leidt later tot kubisme.





Slide 18 - Tekstslide

(kunstenaar Gauguin)
Postimpressionist


Vertrekt naar de tropen (Tahiti): daar zouden volgens hem de grondslagen van de kunst teruggevonden kunnen worden in de pure atmosfeer, de briljante kleuren en de nog onbedorven samenleving. 

Inspiratie:
-Exotische bronnen (op plek waar hij woont)
-Japanse prenten: scherp omlijnde figuren en egale kleurvlak
-Egyptische beeldhouwkunst/ primitieve (traditionele) kunst 

De werken van Gauguin behoren tot het postimpressionisme. Zijn werk loopt vooruit op het ongebruikelijke kleurgebruik van de fauvisten en expressionisten.
Na 1888 beschouwde Gauguin zichzelf als symbolist. Gauguin wilde vooral het onzichtbare weergeven; de stemming en gevoelens achter het beeld.

Slide 19 - Tekstslide

Welke beweringen zijn juist?
A
Romantiek is een verslag van het alledaagse.
B
Romantiek is een vlucht uit het alledaagse.
C
Realisme is een verslag van het alledaagse.
D
Realisme is een vlucht uit het alledaagse.

Slide 20 - Quizvraag

ROMANTIEK
IMPRESSIONISME
REALISME
gevoel en emotie belangrijk
exotisme
wegvluchten uit werkelijkheid (verleden of fantasie)
werking van kleur en licht belangrijk)
momentopname weergeven
snel werken: toetsen en vlekken
gewone mensen als onderwerp (arbeiders)
weergeven werkelijke wereld zonder opsmuk

Slide 21 - Sleepvraag

Welke stelling is onjuist?
A
Onder programmamuziek verstaat men een instrumentale compositie waar een verhaal of gedicht aan ten grondslag ligt, anders dan absolute muziek waar het om de vorm gaat.
B
Absolute muziek noemt men die composities waarin de vorm voorop staat en die niet gebaseerd is op een verhaal of gedicht
C
In de muziek worden handelingen, beelden of gedachten uitgebeeld.
D
Naast de instumenten wordt de inhoud van de programmamuziek ook vaak in tekst uitgedrukt.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een SALON in de 19e eeuw?
A
Openbare kunstexpositie voor de adel
B
Openbare kunstexpositie voor kunstenaars en kopers
C
Schitterende huiskamer in een decoratieve stijl
D
Een soort museum waar iedereen kon komen kijken.

Slide 23 - Quizvraag

Wat gebeurt er op een wereldtentoonstelling?
A
Wereldleiders komen bijeen om hun producten aan te bieden in de wereldeconomie
B
Spullen uit kolonieen worden gebruikt om de gelijkwaardigheid van het westen en de kolonien te tonen.
C
Landen maken reclame voor eigen land en de nieuwste uitvindingen en producten
D
Kunstenaars verkopen hun kunstwerken wereldwijd

Slide 24 - Quizvraag

Hoe wordt de arbeider afgebeeld in dit werk van Meunier? 
Zielig en arm
Waardig en voornaam

Slide 25 - Sleepvraag